Super Mario wil Duitse harten winnen
Voor veel economen mag de Italiaan Mario Draghi dan dé man zijn om ECB-president Trichet op te volgen, voor menig Duitser betekent een Italiaan ‘aan het roer van de euro’ hét recept voor inflatie.
„Alstublieft, niet deze Italiaan!” kopte het Duitse Bild onlangs pal naast een foto van Mario Draghi (63).
Het massablad, de grootste krant van Duitsland én Europa, vroeg zich in een artikel af wie er „voor onze euro moet zorgen” nu de Duitser Alex Weber zich eerder deze maand volkomen onverwacht terugtrok als kandidaat voor de opvolging van de huidige president van de Europese Centrale Bank (ECB), de Fransman Trichet.
Weber, die tevens afzwaaide als bestuurder van de Duitse centrale bank, gold samen met Draghi –huidig hoofd van de Italiaanse centrale bank–, als dé kanshebber om Trichet op te volgen. Dat maakt na het wegvallen van Weber voor de ECB-topjob nu automatisch Draghi de grote favoriet.
En dát doet pijn in Duitsland. Heel veel pijn. Niet in de laatste plaats omdat het land de afgelopen tijd menige Europese topfunctie liet schieten, juist om het ECB-presidentschap zeker te stellen. Na dertien jaar ECB-historie was nu toch echt de tijd aangebroken om iemand uit het land met de meest solide financiële reputatie van Europa aan het roer te zetten.
Dat nu plotsklaps niet een Duitser de ECB-toppositie in handen lijkt te krijgen, is op zichzelf al erg genoeg voor veel Duitsers. Maar dat nota bene een Italiaan straks misschien wel aan de belangrijkste monetaire knoppen gaat draaien, is voor de oosterburen helemaal onverteerbaar. In de woorden van Bild: „Mamma mia! Voor Italianen hoort inflatie onlosmakelijk bij het leven, net als tomatensaus bij pasta!”
De suggestie dat Italië garant staat voor een financiële janboel is niet geheel uit de lucht gegrepen. Zo stond de lira voor de komst van de euro in 2002 niet bepaald bekend om zijn hardheid. Hoge inflatiecijfers en het bewust laten kelderen van de waarde van de Italiaanse munt om de export te bevorderen waren met name in de jaren 70 en 80 aan de orde van de dag. Ook nu heeft Italië nog altijd een van de grootste overheidschulden in euroland; alleen Griekenland staat er nóg beroerder voor.
Ook Draghi’s huidige werkgever, de Italiaanse centrale bank, kwam enkele jaren geleden slecht in het nieuws nadat de voorganger van Draghi, Antonio Fazio, er in 2005 een potje van had gemaakt. Fazio moest aftreden nadat bekend werd dat hij de Italiaanse bank Banca Popolare Italiana (BPI) wilde voortrekken in de overnamestrijd met de Nederlandse bank ABN AMRO om het Italiaanse Antonveneta. Uit de transcriptie van afgeluisterde telefoongesprekken van Fazio met Gianpiero Fiorani, bestuursvoorzitter van (BPI), bleek dat Fiorani Fazio voor zijn heimelijke steun bedankte met de legendarische woorden: „Ik wil je een zoen op je voorhoofd geven, Tonino (koosnaam voor Antonio, MtB).” Even daarvoor, in 2003, was er al een andere crisis, die met het financiële schandaal bij het zuivel- en levensmiddelenconcern Parmalat, waarbij de Italiaanse centrale bank niet vrijuit ging.
Dit alles valt Draghi –bijnaam ”Super Mario” echter niet te verwijten. Hij was in de afgelopen jaren juist de man die het imago van de Banca d’Italia, voor zover dat mogelijk is, heeft opgevijzeld. Ook deed hij als bestuurslid al de nodig ervaring op bij de ECB en heeft hij, in tegenstelling tot de dikwijls botte Weber, de diplomatieke vaardigheden om de vele kikkers in euroland in de kruiwagen te houden.
In een opvallend uitgesproken artikel schaarde het prestigieuze weekblad The Economist zich daarom vorige week achter de kandidatuur van Draghi. Volgens het blad blijkt uit niets dat Draghi geen keiharde inflatiebestrijder zou zijn, heeft hij kennis van regulering en van de complexiteit van financiële markten en zou ook Merkel de Italiaan moeten steunen, opdat de benoeming van de nieuwe ECB-president niet ontaard in een maandenlange soap, zoals recentelijk die van de Belg Herman Van Rompuy als de eerste EU-president. Europa kan zich dat niet veroorloven, „niet midden in de ergste crisis sinds het ontstaan van de euro.”
Niet geheel toevallig verscheen er daarom vorige week een stuk met Draghi in de Duitse pers, waarin hij probeerde de harten van Duitsers te winnen door het land te bestempelen als hét voorbeeld voor Europa. Maar of de Italiaan ook Merkels hart verovert, zal nog moeten blijken. Politieke benoemingen blijken niet zelden onverwacht en onnavolgbaar.