Kuiper oude rot in politievak
AMSTERDAM (ANP) – De maandag overleden Jelle Kuiper heeft in Amsterdam veel bereikt, maar niet alles. Het feit dat het merendeel van de brutale criminele liquidaties nog steeds niet is opgehelderd, zat Kuiper niet lekker. „Het is de nagel aan mijn doodskist”, zei Kuiper toen hij in oktober 2004 afscheid nam als korpschef van de Amsterdamse politie. Ik vind dergelijk gedrag echt een schoffering van de rechtsstaat.”
Kuiper wilde met harde hand afrekenen met de criminelen die in de Amsterdamse onderwereld met extreem geweld elkaar het leven zuur maakten. Met zijn kompaan Joop van Riessen hanteerde hij de politiefilosofie ‘tegenhouden’, de wind uit de zeilen nemen van criminelen voordat zij kunnen toeslaan. Daarbij schuwde de hoofdcommissaris de confrontatie met de beleidsmakers in Den Haag niet.
Vlak voor zijn afscheid moest procureur-generaal Joan de Wijkerslooth het nog ontgelden. Hij heeft geen gevoel voor politiewerk, zei Kuiper. „Hij staat op zo’n grote afstand, dat er niets is dat ons bindt.” De politiechef kreeg een reprimande van burgemeester Job Cohen, voor de tweede keer in korte tijd. Krap een paar maanden eerder had Kuiper laten weten dat hij het helemaal gehad had met toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes. „De minister heeft geen idee waar hij het over heeft”, liet de korpschef zich ontvallen.
De rustig overkomende Kuiper had lak aan non-conformisten, of het nou om criminelen ging of om krakers, zwervers, agenten met piercings of fietsers. Collega’s moesten er tiptop uitzien en er moest een verbod op zwerven komen. Fietsers in Amsterdam typeerde hij als „olifanten die nergens bang voor zijn en anarchisten die uit principe alle regels aan hun laars lappen.”
Kuiper was bij zijn afscheid 41 jaar trouw geweest aan de Amsterdamse politie, waarvan de laatste zeven jaar als korpschef. De benoeming tot hoofdcommissaris ging niet zonder slag of stoot. Het schoot de politici in Den Haag in het verkeerde keelgat dat toenmalig korpschef Eric Nordholt zelf zijn opvolger aanwees. Schelto Patijn, op dat moment nog burgemeester in de hoofdstad, schaarde zich echter achter de beslissing van Nordholt en noemde Kuiper „de beste man in Nederland” om het roer over te nemen.
Kuiper, geboren op 15 december 1944 in Hilversum, kwam in 1966 linea recta van de politieacademie bij het Amsterdamse korps terecht. Hij werkte zich snel op en in de jaren tachtig kreeg hij achtereenvolgens de functies van plaatsvervangend hoofd van de dienst personele zaken en hoofd beleidsontwikkeling toebedeeld. In 1987 werd Kuiper hoofd personeel, beheer en organisatie. Van 1994 tot 1997 werkte hij als plaatsvervangend korpschef. Tot zijn afscheid in 2004 was hij korpschef.
Van augustus 2006 tot en met oktober 2008 was hij interim-korpschef in de politieregio Gelderland-Midden. Kuiper kwam naar Arnhem om schoon schip te maken bij het Gelderse politiekorps, nadat de ondernemingsraad het vertrouwen in de zittende korpsleiding had opgezegd. Het korps werd bovendien geplaagd door geruchten over intimidatie en vriendjespolitiek. Kuiper stopte ermee toen hij vond dat zijn taak er op zat.