De Fransen hebben zelf circa dertig landgenoten geëvacueerd uit de stad Benghazi. Daar zijn gewelddadige conflicten tussen opstandelingen en regeringstroepen. Maar het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken vraagt de Duitsers alleen de regio rond Benghazi te mijden.

Daarentegen hebben Oostenrijk en Turkije al vliegtuigen gestuurd om landgenoten op te halen. Honderden Turken zijn inmiddels geëvacueerd.

Binnen de Europese Unie wordt ook verschillend gedacht over het Libische regime. Rome verklaarde de positie van dictator Muammar Kaddafi niet te willen „verstoren”. Italië beschouwt het land als betrouwbare bondgenoot en wil niet dat er Europese sancties worden afgekondigd. De Italiaanse regering vreest bij een ineenstorting van het regime een enorme toestroom aan vluchtelingen uit het buurland aan de overkant van de Middellandse Zee.

De regering in Praag waarschuwde voor een „catastrofe”, indien Kaddafi zou vallen. Andere landen veroordeelden juist het gebruik van geweld tegen demonstranten die een einde van de dictatuur willen.