Balkan Zending houdt zendingsdag in Kampen
KAMPEN – In Mattheüs 13 vertelt Jezus zeven gelijkenissen. In de laatste gelijkenis krijgen de discipelen als ex-vissers onderwijs hoe zij vissers der mensen zullen worden: De prediking is als een visnet dat in de volkerenzee wordt uitgeworpen. Het wereldwijde zendingswerk zal doorgaan tot aan de voleinding der wereld.
Dit zei ds. B. Reinders, hersteld hervormd predikant te Staphorst en tweede voorzitter van de Balkan Zending, zaterdag in zijn openingswoord van de zendingsdag van de stichting. De Stichting Balkan Zending is opgericht ter ondersteuning van het omvangrijke lectuurwerk van ds. Simo Ralevic in het voormalige Joegoslavië.
Heidense hoofdman
Ds. D. C. Flapper, predikant van de vrije oud gereformeerde gemeente te Oldebroek, sprak naar aanleiding van Lukas 7 over de hoofdman over honderd. Deze heidense hoofdman moet al een bekering hebben doorgemaakt, aldus ds. Flapper, „want de getuigenissen over deze hoofdman laten al zien dat het wederbarende werk van de Heilige Geest in hem reeds had plaatsgevonden. De Romeinse legeroverste was er blijkbaar van overtuigd dat hij niet zonder Zaligmaker kon en dat alleen in Jezus behoud te vinden was.”
Ds. Flapper noemde het feit dat de hoofdman begaan was met de nood van een dienstknecht „een blijk van het wederbarende werk.” „De diepe inleving van eigen onwaardigheid weerhield hem er niet van de nood van zijn knecht in het geloof bij de Heere te brengen. Inleving van eigen verdorvenheid ging bij hem gepaard met het ”nochtans des geloofs”. Eigen onwaardigheid verhinderde hem niet te pleiten op de majesteit van God en op vrije genade.”
De predikant uit Oldebroek vroeg de bezoekers van de zendingsdag of zij ook zulke lastdragers waren. „Zendingsarbeid in binnen- en buitenland is er in overvloed, maar waar is dit worstelen om andermans behoud? Het opgebonden zijn van de nood van onze naaste is het meest kenmerkende van het wederbarende werk van God.”
Troostwoord
Ds. C. Vogelaar, predikant van de gereformeerde gemeente te Zwolle, sprak over Johannes 6:37: „Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.” „Hoewel Jezus aanvankelijk veel waardering ontvangt en een flinke schare achter Zich krijgt, volgt al spoedig weerstand. Uiteindelijk wordt Hij zelfs verworpen door Zijn eigen volk. De volgers blijken geen echte zoekers te zijn, want het gaat hun alleen om Zijn gaven, niet om Zijn Persoon.”
Het is bekend, zei ds. Vogelaar, dat ds. Ralevic veel lectuur verspreidt. „Maar hij weet ook wel dat hij met al die goede activiteiten niet in staat is om zondaren te bekeren. Als Gods dienstknechten moedeloos worden omdat er geen enkele zondaar tot God komt, dan is deze tekst voor hen tot troost. Ze mogen weten dat God de Vader Zelf de zondaren tot Christus trekt. Niemand zal in eigen kracht tot Christus komen, dan alleen door de trekkende kracht van God Zelf. Degenen die getrokken worden, leren eerst eigen verlorenheid inzien, om dan te zien hoe noodzakelijk en genoegzaam Christus is. Zij worden geenszins uitgeworpen, hoewel ze dat wel aanvaard zouden hebben vanwege hun onwaardigheid”, aldus ds. Vogelaar.
Tijdens het middaggedeelte sprak ds. Tj. de Jong, emeritus predikant uit Staphorst, over Psalm 2:8: „Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot uw erfdeel, en de einden der aarde tot uw bezitting.” Volgens ds. De Jong is de geschiedenis geen cirkel, maar een tijdsbalk die steeds verder wordt afgewikkeld. „De geschiedenis is voltooid als Christus gereed is met Zijn kerkvergaderend werk. Daarom moet zendingswerk een wezenlijk onderdeel zijn van het kerkenwerk. God gebruikt de kerk en het zendingswerk om Zijn doel te bereiken.”
Christus’ koningschap zal op twee manieren erkend worden, zei ds. De Jong. „Zijn koningschap wordt erkend, hetzij door een gelovig erkennen in de tijd tot behoud, hetzij door een gedwongen erkenning aan het einde der tijden met alle rampzalige gevolgen van dien.”
De zendingsdag werd afgesloten met een verhaal voor de kinderen door bestuurslid J. H. Koppelman.