Tot nog toe hadden de protesten zich beperkt tot het oosten van het land, waar de machtsbasis van de Libische leider Muammar Kaddafi minder sterk is dan in Tripoli. Vooral in Benghazi zijn de protesten hevig. Het leger en de politie grepen daar de afgelopen dagen hard in. Volgens mensenrechtenorganisaties ligt het dodental al op 233.

De zoon van Kaddafi, Saif al-Islam Kaddafi, zei zondagavond laat in een toespraak op de Libische televisie dat het aantal doden veel lager ligt. Hij stelt dat veertien mensen zijn omgekomen en dat de internationale media het hoge aantal slachtoffers hebben verzonnen.

De 38-jarige Saif Kaddafi zei in de eerste toespraak van de autoriteiten sinds het begin van de onlusten verder dat het leger zich achter zijn vader heeft geschaard. De militairen zullen koste wat kost de eenheid in het land bewaken, voorspelde Kaddafi. „We zullen de wapens oppakken en vechten tot de laatste kogel”, aldus Kaddafi, die bekend staat als een gematigde speler op het Libische politieke toneel.

Hij denkt dat „buitenlandse elementen” de onrust in Libië hebben veroorzaakt en zei te vrezen voor een bloedbad en een burgeroorlog. Kaddafi benadrukte dat het leger van Libië anders is dan dat van Tunesië en Egypte. Daar schaarden de militairen zich de afgelopen weken achter de boze bevolking, waardoor de leiders moesten vertrekken.

Kaddafi zei in zijn toespraak ook dat het mogelijk is in Libië grootschalige hervormingen door te voeren, op voorwaarde dat het geweld wordt gestaakt. Volgens Kaddafi komt het zogeheten algemene volkscongres, het equivalent van een parlement, maandag bij elkaar om de hervormingen te bespreken. De overheid zal ook de lonen verhogen, beloofde Kaddafi.

Ondertussen wordt de druk op Muammar Kaddafi om af te treden ook vanuit de politiek steeds groter. De permanente afgevaardigde van Libië binnen de Arabische Liga legde zijn functie neer en zei „de revolutie” te steunen. De Libische ambassadeur in China deed hetzelfde.

Daarnaast dreigde de leider van de Libische stam Al-Zuwayya de export van olie naar Westerse landen stil te leggen, als de autoriteiten niet stoppen met de „onderdrukking van de betogers”. Even daarvoor eiste een leider van een van de grootste stammen in Libië, Al Warfalla, dat Kaddafi het land verlaat.

Muammar Kaddafi is sinds 1969 aan de macht in Libië. Hij sloeg in het verleden ook al met harde hand betogingen neer.

Diplomaten

De Libische ambassadeur in India heeft maandag zijn ontslag ingediend uit protest tegen het regime van Muammar Kaddafi. Ambassadeur Ali al-Essawi zei maandag tegen de BBC dat hij wil dat het harde optreden tegen de betogers in het land stopt.

Ook zei Essawi dat de Libische overheid buitenlandse huurlingen heeft ingezet om een slachting aan te richten onder de demonstranten.

Eerder stapte ook de Libische ambassadeur in China, Hussein Sadiq al Musrati, op. De permanente afgevaardigde van Libië binnen de Arabische Liga gooide het bijltje er tevens bij neer. Kaddafi verloor daarmee een belangrijke bondgenoot.

Ashton

EU-buitenlandchef Catherine Ashton heeft Libië zondag gewaarschuwd dat het een eind moet maken aan het geweld tegen betogers. Ashton liet weten dat ze zich grote zorgen maakt over de gebeurtenissen in het Noord-Afrikaanse land.

„Het is heel belangrijk dat de stemmen van de mensen kunnen worden gehoord”, zei Ashton over de betogers tegen het bewind van kolonel Muammar Kaddafi in Libië.

Eerder zondag zei de Britse minister van Buitenlandse Zaken William Hague dat hij het geweld in Libië maandag aan de orde gaat stellen tijdens overleg in Brussel met zijn ambtgenoten van de andere EU-landen. Ook de Duitse minister van Europese Zaken Werner Hoyer en zijn Franse ambtgenoot Laurent Wauquiez toonden zich verontwaardigd. Wauquiez noemde het geweld in het Noord-Afrikaanse land „onacceptabel en buiten alle proporties”.