Scheepvaartbedrijven waarschuwen dat de olie-aanvoer in gevaar is, nu de bendes zich ook richten op olietankers in de Indische Oceaan. Ruim 40 procent van de olie-aanvoer verloopt door de Golf van Aden en de Arabische zee. De Somalische piratenbendes kunnen steeds verder uit de kust aanvallen. Ze gebruiken geroofde koopvaardijschepen als moederschip.

„De situatie verslechtert met de week”, zegt Peter Hinchcliffe, secretaris-generaal van de Internationale Kamer voor Scheepvaart, die zo’n 80 procent van de sector wereldwijd vertegenwoordigt. „Dit is nu al drie jaar bezig. De politiek doet te weinig om het probleem aan te pakken.”

De bedrijven betalen tientallen miljoenen euro’s aan losgeld. De scheepvaartsector zegt dat de piraten ook veel menselijk leed veroorzaken. Momenteel worden ongeveer achthonderd bemanningsleden vastgehouden door Somalische bendes. Piraten folteren de bemanningsleden om ze te dwingen de schepen te bedienen.

Westerse landen hebben wel marineschepen ingezet. In de Golf van Aden lukt het om de piraten af te schrikken, maar de marines zijn niet in staat de piraterij in de Indische Oceaan te bestrijden. De afstanden daar zijn te groot. „We zijn nu in de fase gekomen waarbij tankers in de Arabische Golf piraten niet kunnen vermijden”, zegt Howard Snaith, directeur van Intertanko, de organisatie van bedrijven met olietankers. „De piraten hebben het merendeel van de Indische Oceaan in handen.”

De strijd tegen piraten wordt belemmerd door juridische problemen. Het blijkt lastig een plaats te vinden om de piraten te berechten. De Verenigde Naties opperden deze maand speciale rechtbanken op te zetten in Somalië en Tanzania.

„Regeringen praten wel veel onderling, maar ze zorgen er niet voor dat de oorlogsschepen de piraten echt kunnen oppakken en laten vervolgen”, zei Hinchcliffe. Hij hekelt ook dat de schepen amper samenwerken om de moederschepen van de piraten aan te pakken.