„Drugsverslaving werkt als een draaikolk”
URK – Het verbod op het bezit van softdrugs in de openbare ruimte zal in elk geval een remmend effect hebben op de drugsproblemen in Urk.
Dat zegt Hessel Bakker van Stichting Waypoint, onderdeel van Tot Heil des Volks. „Elk middel dat jongeren ervan kan weerhouden aan de drugs te raken, juichen wij toe. Handhaving van de nieuwe regel is echter wel belangrijk. En we weten dat de politie slechts een beperkte capaciteit heeft.”
Enkele weken geleden kwam een jonge Urker om het leven toen hij een overdosis harddrugs gebruikte. Het slachtoffer was in behandeling bij Waypoint. „Het overlijden van de jongeman heeft een grote indruk gemaakt op vooral de jongeren”, zegt Bakker. „Onder hen zijn drugsgebruikers die er een punt achter willen zetten. Voor Waypoint is het belangrijk om hun dicht op de huid te zitten, want na een tijdje ebt het schrikeffect weg. Verslaving is demonisch en werkt als een draaikolk. Hoe dieper je wegzakt, hoe sneller je draait.”
Wat maakt de Urker jongeren vatbaar voor het gebruik van drugs en alcohol? „Het is vooral nieuwsgierigheid”, zegt Bakker. „Urk kent een meer beschermde en besloten gemeenschap dan andere dorpen, waardoor het spul sneller van hand tot hand gaat. Vroeger stonden de inwoners vooral te boek als harde werkers die veel geld verdienen en in het weekend losgaan met drank en drugs. Die tijd is echter voorbij. De crisis heeft ook invloed op de Urker lokale werkgelegenheid. Met sommige jongeren gaat het thuis of op school niet lekker. Ze hangen uit verveling op straat. Speed is betaalbaar en het cirkeltje is rond. Ouders moeten erop toezien wat hun kinderen met hun zakgeld doen.”
Daarnaast houden jongeren van experimenteren, meent Bakker. „Hoe meer iets aanwezig is, hoe meer er wordt gebruikt. Drank is alom te verkrijgen, in de huizen en in de gezinnen. Voor drugs geldt dat niet, maar er zijn wel dealers van buitenaf die in Urk hun boel slijten.”
Bemoedigend is volgens Bakker dat er tussen de drugsgebruikers jongeren zitten die ondanks alle problemen niet met het geloof hebben gebroken. „Er zijn er die tegen me zeggen: „Ik bid elke dag tot God of Hij me eruit wil trekken.” Ze kampen met schuldgevoelens en zondebesef. Enkelen van hen geven bovendien aan dat ze met hun problemen zo moeilijk kunnen of durven praten met ambtsdragers uit de diverse kerkelijke gemeenten. Kerken die daarvoor handvatten willen, kunnen wij helpen.”