Volgens de commissie heerste binnen het IMF tot en met 2007 de overtuiging dat een grote financiële crisis in de rijke landen onwaarschijnlijk was. De economen van het fonds hadden te veel vertrouwen in de kracht van grote financiële instellingen en bagatelliseerden de risico’s op huizenmarkten en van financiële innovaties. Ruimte voor andere opvattingen was onvoldoende aanwezig, aldus de onderzoekers.

IMF-topman Dominique Strauss-Kahn onderschreef de conclusies in een reactie. Volgens hem is er echter inmiddels veel veranderd binnen het instituut.

Zo is er een systeem opgezet dat problemen in grote economieën in een vroeg stadium aan het licht brengt en zijn onderzoeksafdelingen beter op elkaar afgestemd. Het IMF onderzoekt verder de mogelijkheden om meningen van externe experts te betrekken in de eigen onderzoeken.

Volgens de commissie is er echter meer nodig om ervoor te zorgen dat het fonds goed is voorbereid op toekomstige crises. Afwijkende meningen moeten worden gestimuleerd, bijvoorbeeld door meer medewerkers met kennis van de financiële sector en economisch beleid aan te trekken. Daarnaast moet er meer aandacht worden besteed aan de samenhang tussen ontwikkelingen in de financiële sector en de rest van de economie.