Geschiedenis

Moholy-Nagy, lichtkunstenaar en utopist

László Moholy-Nagy toonde zich kunstenaar met een utopisch wereldbeeld; ondanks dat hij twee wereldoorlogen beleefde, of juist omdat hij de oorlogen meemaakte. Bovendien bewees hij pionier te zijn die van alle markten thuis was.

7 February 2011 08:11Gewijzigd op 14 November 2020 13:35
László Moholy-Nagy, zonder titel (meervoudig portret), ca. 1927. Collectie Folkwang Museum, Essen. Foto Gemeentemuseum Den Haag
László Moholy-Nagy, zonder titel (meervoudig portret), ca. 1927. Collectie Folkwang Museum, Essen. Foto Gemeentemuseum Den Haag

De van oorsprong Hongaarse kunstenaar Moholy-Nagy (1895-1946) woonde in Wenen, Berlijn, Amsterdam, Londen en Chicago. Dat is te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag. De 160 objecten van de Moholy-Nagy-tentoonstelling ”De kunst van het licht” komen uit niet minder dan dertig landen. De artistieke nalatenschap van Moholy-Nagy zit in tientallen internationale collecties.

Volgens pr-medewerker Emma van Proosdij past de tentoonstelling helemaal in het beleid van het Gemeentemuseum. „Het museum geeft aandacht aan kunstenaars uit de moderne tijd en daarin mag de spin in het web, Moholy-Nagy, niet ontbreken.”

Een nieuw begin, dat is waar de kunstenaars in het interbellum naar streven. Net als veel tijdgenoten ontwikkelt ook Moholy-Nagy na de Eerste Wereldoorlog een sterk gevoel van maatschappelijk idealisme. Hij is een alleskunner: hij publiceert korte verhalen, literaire kritieken, boeken, is schilder en fotograaf, maakt prenten, sculpturen, films, ontwerpt advertenties, boekomslagen, toneeldecors en -kostuums en is docent in hart en nieren.

Moholy-Nagy introduceert film en fotografie als het beeldende middel van zijn tijd. Licht is daarin essentieel onderdeel. Fotografie is voor hem meer dan een handig hulpmiddel. Curator Wim van Sinderen: „Voor Moholy-Nagy is fotografie geen goedkoop middel, maar een techniek met een eigen schoonheid.” Door toepassing van film en fotografie is kunst ineens voor iedereen bereikbaar. Dat past in het plaatje van Moholy-Nagy, die streeft naar kunst voor het volk.

In 1923 gaat hij op verzoek van directeur Walter Gropius voor het Bauhaus werken; de bekende school voor architectuur, kunst en vormgeving. Als docent moedigt hij de studenten aan tot een meer praktische benadering van hun werk, en tot het experimenteren met nieuwe technieken en nieuwe media. Moholy-Nagy zet zijn studenten ook aan tot het maken van praktische ontwerpen van prototypen voor de industrie.

De expositie in Den Haag benadrukt met name het licht in de werken van Moholy-Nagy. „Het gedempte licht moet de tentoonstelling een sprookjesachtige sfeer geven en de kunstobjecten nog meer tot hun recht laten komen”, zegt Van Sinderen.

Moholy-Nagy tovert met licht in zijn fotogrammen. Bij die kunstvorm maakt iemand een foto zonder camera. Door een voorwerp op een gevoelige plaat te leggen, dat geheel te belichten en vervolgens het voorwerp weg te halen en de lichtgevoelige plaat te ontwikkelen, ontstaat een bijzonder beeld; een soort negatief. Moholy-Nagy speelt met allerlei factoren, zoals beeldhoek, belichtingstijd en materiaalgebruik. Dat levert bijzondere beelden op; niet alleen in zwart-wit, maar vooral ook in talloze grijstinten.

Enige kennis van de grondbeginselen van de fotografie is handig bij deze expositie. Zo passeren niet alleen fotogram, negatief, maar ook ontwikkelgelatinezilverdruk en moderne C-print de revue. Echter, ook zonder fotografische achtergrondkennis ontdekt iedereen al kijkend vanzelf eigenaardigheden in de werken: op veel foto’s is bijvoorbeeld sprake van een diagonale compositie en vaak ontbreekt een horizon.

Veelal zijn er alledaagse dingen te zien op Moholy-Nagy’s foto’s: houtvlotten, markten, stadsgezichten, havens en vaak mensen, al dan niet geportretteerd. Door de positie van de camera –meestal van boven de voorwerpen– zien de objecten er anders uit, worden ze vervormd en wordt de toeschouwer gedwongen zich te heroriënteren.

Niet alleen in de fotografie, ook in films, schilderijen en gemengde technieken experimenteert Moholy-Nagy met licht. Hij denkt beeldend vanuit de camera, waardoor hij films maakt met onder andere dubbele belichting, vervormde perspectieven en slow motion.

Toch beperkt de Hongaarse kunstenaar zich niet tot absolute, abstracte films. In een artikel in Film-Kurier uit 1928 zegt hij: „Ten eerste: fotografie en film zijn lichtvormgeving. Ten tweede: fotografie en film zijn de documentaire registratie van de externe, met de ogen zichtbare werkelijkheid.” Zo maakt hij bijvoorbeeld een documentaire over het Bauhaus die hij gebruikt als ondersteuning van zijn lezingen over het onderwijs.

De catalogus bij deze expositie beschrijft Moholy-Nagy als veelbetekenend voor de kunst en voor het onderwijs. Zijn diverse boeken en films zijn van grote culturele waarde. Wie echter de vinger wil krijgen achter Moholy-Nagy’s ideaal stuit op een probleem. De kunstenaar vertrouwt op de mens; hij ziet die als held in zijn utopische wereldbeeld. Hij realiseert zich dat het creëren van die wereld moeilijk zal zijn, maar dat was voor hem geen reden om het niet te blijven proberen, aldus Oliva María Rubio in de catalogus.

In de winter van 1945 wordt bij Moholy-Nagy leukemie vastgesteld. Daaraan overlijdt hij op 24 november 1946, in de leeftijd van 51 jaar. Curator Van Sinderen denkt dat Moholy-Nagy redelijk tevreden zou zijn met de wereld van de kunst anno 2011. Volgens Van Sinderen zou hij blij zijn dat het Bauhaus nog steeds z’n invloed heeft. „Denk bijvoorbeeld aan Droog design, een Nederlands ontwerpbureau dat in 1993 werd opgericht. En ook ontwerper Piet Hein Eek zou bij hem in de smaak vallen denk ik.”

”László Moholy-Nagy, De kunst van het licht” is tot 1 mei 2011 te zien in het Gemeentemuseum Den Haag.

www.gemeentemuseum.nl


Gratis iPhone-app

Voor het eerst in de geschiedenis van het gemeentemuseum is er een iPhone-app gemaakt. De app is gratis te downloaden in de App Store van Apple en bevat:

  • De volledige audiotour.

  • Afbeeldingen van elk besproken kunstwerk.

  • Levensloop van Moholy-Nagy met unieke foto’s uit het Bauhaus Archiv in Berlijn.

  • De complete films ”Lichtspiel schwarz-weiß-grau” (1930) en ”Berliner Stilleben” (1931-32).

  • Bezoekersinformatie over het Gemeentemuseum Den Haag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer