Buitenland

„Ik denk niet dat wij het doelwit van de aanslagen waren”

De Joden van Marokko vormden ooit een bloeiende gemeenschap van minstens 250.000 zielen. Hele wijken van Casablanca droegen een keppel en aten koosjer. De 5000 Joden die nu nog in Marokko wonen voelen zich er thuis, al zijn ze erg geschrokken van de terreuraanslagen van afgelopen vrijdag, die weliswaar geen Joden het leven hebben gekost, maar wel tegen hen gericht leken.

Door Jamey Keaten (AP)
22 May 2003 08:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:19

Drie van de vijf plaatsen waar een twaalftal jonge Marokkanen zichzelf en 29 omstanders opbliezen hebben een Joodse connectie: het gebouw van de Kring van het Israëlitisch Genootschap, de Israëlitische begraafplaats in de oude wijk Medina en een Italiaans restaurant dat eigendom is van Joden. De aanvallers, tussen de 18 en 24 jaar oud, gebruikten zelfgemaakte explosieven die zij in rugzakken hadden gestopt, zo maakte een veiligheidsfunctionaris dinsdag bekend. Zij waren kortgeleden teruggekeerd uit een niet nader genoemde Golfstaat.

Veel Joden zeggen zich thuis te voelen in Marokko, waar zij een goede verstandhouding hebben met koning Mohammed VI en met de moslims in het algemeen. Hun gemeenschap, geconcentreerd in Casablanca, is klein en vergrijsd, maar is hun dierbaar.

„Er zijn geen Joden, alleen Marokkanen”, zei Mohammed V, de grootvader van de huidige koning, tegen de leiders van de Joodse gemeenschap toen de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog jacht kwamen maken op de Joden. „U zal niets overkomen wat mij niet ook zal overkomen”, verzekerde de koning de Joodse voorman Joseph Berdugo, zo vertelt Berdugo’s zoon Serge, voormalig minister van Toerisme en nu op zijn beurt voorzitter van de Joodse gemeenschap.

Ondanks de vele blijken van medeleven na de aanslagen, die de Joden net zo verrasten als de andere Marokkanen, heeft het geweld bij sommige leden van de gemeenschap het vertrouwen aangetast. „Natuurlijk maken we ons zorgen, je kunt niet gewoon de bladzij omslaan en doen alsof er niets is gebeurd”, zegt Joe Kadoch, een van de eigenaren van het Italiaanse restaurant. „Maar ik denk niet dat wij het doelwit waren - het waren meer de symbolen van het Westen, het nachtleven en de alcohol.” Hij zei dat het restaurant, Positano, vanuit heel Marokko honderden brieven, faxen en telefoontjes met steunbetuigingen heeft ontvangen.

De Joden kwamen al in de eerste eeuw van onze jaartelling naar Marokko, lang voordat de eerste Arabieren in het door Berbers bevolkte land verschenen. In de vijftiende eeuw vluchtten veel Joden en moslims naar Marokko voor de Spaanse inquisitie. Begin jaren ’50 was de laatste bloeiperiode van het Joodse leven in Marokko. Er woonden toen zo’n 280.000 Joden verspreid over het land, dat toen nog een Frans protectoraat was.

Antisemitische aanslagen en internationale spanningen, plus de aantrekkingskracht van het in 1948 gestichte Israël, deden in de jaren daarna veel Joden vertrekken - naar Israël, Frankrijk, de Verenigde Staten en andere landen. Een grote emigratiegolf volgde na de Zesdaagse Oorlog van 1967. Veel Joden waren toen bang dat de Arabieren de woede over hun nederlaag op hen zouden koelen. De Joden die zijn gebleven, zijn over het algemeen grote aanhangers van het koninklijk huis.

In Israël vormen de Joden uit Marokko een duidelijk te herkennen gemeenschap die vasthoudt aan de uit Marokko meegebrachte gewoonten. Volgens Israëlische gegevens zijn er ongeveer 165.000 Joden uit Marokko naar Israël geëmigreerd. Aangegroeid tot ongeveer 500.000 vormen zij momenteel zo’n 10 procent van de Joodse bevolking van Israël.

André Azoulay is een naaste medewerker van koning Mohammed en behoort daarmee tot de hoogstgeplaatste Joden in de moslimwereld. „Ik ben niet bereid op te geven vanwege de terroristen”, zegt hij door de telefoon vanuit de hoofdstad Rabat.

De grootste schade van de aanslagen is te zien bij het Joodse centrum, waar de avond voor de aanslag tientallen Joden bijeen waren geweest voor wat aanspraak, een koosjere maaltijd of een spelletje kaart. Vrijdag was het gesloten vanwege de sabbat.

In de ravage waren drie symbolen overeind gebleven: een portret van Mohammed VI, twee grote kristallen kandelaars en een certificaat dat het eten wordt bereid volgens de Joodse spijswetten. „De koning, het licht en de godsdienst zijn ongeschonden gebleven”, zegt Berdugo.

Maar de schrik is er niet minder om. „Ik kan het gewoon niet geloven”, zegt een Joodse leider die zijn naam niet wilde noemen, als hij de schade in ogenschouw neemt. Voorbijgangers proberen over de politieafzetting heen een blik te werpen in het gebouw, waarvan de deur is weggeblazen. Bij de ingang liggen twee bossen bloemen en staan twee kooien met witte duiven erin.

„Ik zei nog tegen je dat ik beter niet kon gaan”, zegt een 80-jarige vrouw met vochtige ogen tegen haar zuster. „Het is een ramp. Ik kom hier al vanaf mijn zestiende”, vertelt zij. „’s Zondags gingen we altijd dansen.”

Dinsdagavond werd door honderden Joden en moslims bij het centrum geprotesteerd tegen de terreur. De demonstranten riepen: „Nee tegen terrorisme, ja tegen broederschap”, staken kaarsen aan en legden boeketten neer.

Ondanks alles willen de meeste leden van de kleine Joodse gemeenschap niet uit Marokko weg. „Vroeger was het geluid van een klapband al genoeg om Joden het land uit te jagen”, zegt Kadoch, de mede-eigenaar van Positano, wiens overleden vader ooit aan het hoofd stond van de Joodse gemeenschap in Marrakesh, in het zuiden van Marokko. „Er is geen kwestie meer van op het vliegtuig stappen en vertrekken. Ook al zijn we maar met honderd over, dan zullen we nog blijven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer