„Als de plannen volgens het regeerakkoord om alle WAO’ers onder de 45 jaar te herkeuren doorgaan, moet het UWV daarop flink meer menskracht kunnen inzetten”, aldus een woordvoerster van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI).

Uit het woensdag gepubliceerd jaarverslag van de inspectiedienst van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat de uitvoerder van de WW en WAO eind vorig jaar achterliep met ruim 79.000 herbeoordelingen van arbeidsongeschikte werknemers. Daarmee is de achterstand met ongeveer 1500 WAO’ers opgelopen in vergelijking met een jaar eerder.

Het IWI noemt deze stijging zorgwekkend, omdat het aantal WAO’ers die het UWV moest herbeoordelen juist in de loop van 2002 is afgenomen (van ruim 45.000 naar 35.000). Volgens de wet moeten personen met een WAO-uitkering binnen een jaar herbeoordeeld zijn. Vorig jaar heeft de uitvoerder dit bij ongeveer 46 procent van de mensen ook inderdaad gedaan.

Verder moeten WAO’ers volgens de huidige regels elke vijf jaar herkeurd worden om na te gaan of ze nog recht hebben op een WAO-uitkering. In de wijze waarop het UWV de herbeoordelingen momenteel uitvoert, schuilt volgens de IWI echter ook een belangrijk risico. „Deze vinden heel vaak schriftelijk plaats, waardoor het aannemelijk is dat de hoogte van de uitkering gelijk zal blijven.”

Dat laatste strookt volgens de inspectiedienst niet met de doelstellingen van de overheid om de WAO-uitkeringen te verminderen en arbeidsongeschikte werknemers zoveel mogelijk te reïntegreren. „Schriftelijke beoordelingen kunnen namelijk maar beperkt worden aangegrepen om te kijken of de cliënt weer aan het werk zou kunnen. Het activerende element komt daardoor onvoldoende tot zijn recht.”