Geschiedenis

Cultureel erfgoed is leuk

Het scheelde halverwege de 19e eeuw maar één stem in de Tweede Kamer of Nederland had geen Ridderzaal meer gehad. Wat was de waarde nog van zo’n vervallen gebouw? Het voorstel tot sloop alleen al zou in 2011 ondenkbaar zijn. De winst van een eeuw Heemschut is dat, volgens directeur Karel Loeff, „Nederland cultureel erfgoed is gaan waarderen, ja, zelfs leuk is gaan vinden.”

Gertrude de Wildt-Brouwer
2 February 2011 08:21Gewijzigd op 14 November 2020 13:31
Het is Heemschut niet alleen te doen om behoud van panden, maar ook om bewustwording van de historische waarde van monumenten. Foto RD, Sjaak Verboom
Het is Heemschut niet alleen te doen om behoud van panden, maar ook om bewustwording van de historische waarde van monumenten. Foto RD, Sjaak Verboom

Heemschut, een vereniging voor de bescherming van ”stad en stedenschoon”, werd op 2 februari 1911 om halfdrie ’s middags in Amsterdam opgericht. Vandaag vieren de beschermers van ”de heem” (wat zoiets betekent als de eigen omgeving) hun eeuwfeest. Te beginnen om halfdrie. Het decor is het monumentale pand De Munt in Amsterdam.

Een groepje verontruste architecten en burgers, die zagen hoe het ene na het andere oude pand verviel of werd gesloopt, stond aan de wieg van Heemschut. Het was ze niet alleen te doen om behoud van de panden, maar ook om bewustwording van de historische waarde van monumenten.

Het kwartje is dus gevallen, cultureel erfgoed wordt door heel Nederland gewaardeerd en leuk gevonden. Waarom dan nog Heemschut?

Loeff: „Ik volgde maandag het debat in de Tweede Kamer over vergunningvrij bouwen. De vrijstelling voor vergunningen kan verkeerd uitpakken voor monumentale gebouwen. Eigenaren weten niet altijd wat het beste is voor hun pand. Dat is een bedreiging voor het cultureel erfgoed.

Ook legt het Rijk steeds meer de verantwoordelijkheid voor monumenten bij gemeenten neer. De ene gemeente pakt dat enthousiast op, de andere gemeente verwaarloost die taak. Heemschut blijft zich dus inzetten voor het behoud van monumenten.”

Hoe vat uw vereniging de koe bij de horens?

„Heemschut heeft zelf geen monumenten in beheer. Het gaat ons er ook niet om wie het pand beheert, als het maar goed onderhouden wordt. We voeren actie bij de overheid voor een goede bescherming van monumenten en adviseren eigenaren. We overleggen met aannemers, Monumentenwacht en andere betrokkenen. Zo proberen we te werken aan een mooi Nederland.

We zijn in dit werk afhankelijk van honderden vrijwilligers. Plaatselijke comités die graag het oude stadhuis willen bewaren, parochies die vechten voor het behoud van hun kerk, die mensen hebben we nodig. Vaak organiseren die vrijwilligers zich ook weer in verenigingen. Dat houden we niet tegen, maar stimuleren we juist. Je zou Heemschut een moederstichting kunnen noemen die overal in het land zonen en dochters heeft zitten.

Zo ontstond op ons aanraden in 1923 al de vereniging Hendrick de Keyser, die monumenten aankoopt. Later kwam De Hollandsche Molen daarbij en recent bijvoorbeeld de stichting Boei, die zich inzet voor industrieel erfgoed. Elk comité en iedere vereniging heeft zijn eigen doelstelling en expertise en dat houden we graag zo.”

Wat zijn nieuwe trends in erfgoedland?

„We komen er steeds meer achter dat er ook in de laatste vijftig jaar monumentale gebouwen bij zijn gekomen. De periode van de wederopbouw is daar een goed voorbeeld van. Heemschut heeft actie gevoerd voor het behoud van de Amerikaanse ambassade in Den Haag, met haar trapezevormige ramen een typisch voorbeeld van de architectuur in de wederopbouw. Jonge panden willen we dus ook steunen en onderhouden.

Een andere trend is dat er beter wordt nagedacht over de herbestemming van monumenten. De komende jaren zullen veel kerken hun deuren gaan sluiten. Maar de torens van die kerken zijn heel bepalend voor het stads- of dorpsgezicht. Ze laten ook sporen zien van de christelijke traditie van ons land. Het is dus van belang dat die kerken een goede en passende herbestemming krijgen. Dat hoeft niet te betekenen dat het allemaal appartementencomplexen worden, want dat is een stukje slimme grondpolitiek van gemeenten en parochies of kerkelijke gemeenten, omdat dat het meeste geld opbrengt.”

Eigenaren van monumentale panden vinden erfgoedclubs wel eens wat orthodox. Een vermolmde en aangevreten balk mag er nog niet eens uit omdat hij authentiek is.

„Weet je hoe mooi zo’n balk kan zijn? Naar monumentale panden moet je niet alleen met een praktische blik kijken, hoewel veiligheid ook belangrijk is en een te sterke behoudzucht niet altijd beter is voor het pand. Maar de waarde van erfgoed wordt niet alleen bepaald door het mooie verhaal van het gebouw, maar ook door de echtheid van het materiaal. Gebruikers willen vaak meer dan het monument kan verdragen. Daarom zoeken we als vereniging altijd een compromis tussen gebruiksvriendelijkheid en behoud.

Een voorbeeld van zo’n overleg is de discussie rond de pui van een winkelpand in Arnhem. Een prachtige voorkant, helemaal opgetrokken in art-nouveaustijl. Voor de huurder waren er echter nogal wat praktische bezwaren en hij diende een verzoek in bij de gemeente om de pui te mogen vervangen. In samenwerking met een aantal Arnhemse erfgoedverenigingen hebben we dit weten te keren. De winkelier meldde onlangs dat klanten complimenteus zijn over het bijzondere pand. Zo pakte het toch positief uit voor alle partijen. En dat is wat we graag willen.”


De Hollandsche Molen en Heemschut delen de liefde voor het monument. Directeur Leo Endedijk van De Hollandsche Molen wil nog wel honderd jaar samenwerken met de jubilerende vereniging Heemschut.

Bij de oprichting van De Hollandsche Molen in 1923 waren de twee verenigingen al geen concurrenten van elkaar. Endedijk: „In de besturen zaten verschillende leden die het bestuurswerk voor Heemschut en De Hollandsche Molen met elkaar combineerden. De relatie is nog altijd goed. Zo ben ik een tijdje terug op mijn 25-jarig jubileum toegesproken door Karel Loeff, voorzitter van Heemschut.”

De Hollandsche Molen verschilt qua doelstelling wel van Heemschut. „De meeste molens zijn al erkend als Rijksmonument, terwijl Heemschut vaak vecht voor panden en andere monumenten zonder zo’n status.” Een strijd die het waard is voortgezet te worden, volgens Endedijk. „Desnoods nog eens 100 jaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer