Anti-Joodse ”Protocollen van Zion” duiken steeds opnieuw op
DEN HAAG – Ze zijn duidelijk namaak, maar het geloof in de antisemitische ”Protocollen van de Wijzen van Zion” is onuitroeibaar. Een boek over de geschiedenis ervan zag maandagmiddag het licht. „Maar echte antisemieten overtuig je er niet mee.”
De Protocollen zijn als een kat met zeven levens. Steeds opnieuw duiken ze weer op in de geschiedenis, merkt prof. dr. Klaas Smelik van de universiteit Gent, waar hij de leerstoel Hebreeuws en Jodendom bezet. „Telkens wanneer je denkt dat de vervalsing definitief is ontmaskerd, begint er weer een nieuw leven binnen een nieuwe historische context. Uitermate frustrerend is dat.”
”De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion” noemde hij zijn nieuwste boek. Vanmiddag werd het bij het CIDI in Den Haag gepresenteerd.
De eerste drie levens spelen zich, via Parijs, vooral in het tsaristische Rusland af, waar het smeden van complotten „even typerend” was voor het land als de felle haat tegen de Joden. Via de Russische geheime dienst kwam het document rond 1900 de wereld in, waar het een warm onthaal zou krijgen.
Die warme belangstelling bleek vooral tijdens het vierde en vijfde leven, waarin de Protocollen hun Russische veren hebben afgeschud en in het Westen opduiken. Hoewel de Protocollen dan al ontmaskerd zijn als een vervalsing, geloven velen –al dan niet tegen beter weten in– in de authenticiteit.
Zo ook Adolf Hitler. Hij schrijft in ”Mein Kampf” hoe de Frankfurter Zeitung „jammert” dat de Protocollen op een vervalsing berusten en noemt dat „het beste bewijs dat ze echt zijn. Wat veel Joden onbewust willen doen, is hier bewust duidelijk gemaakt. Daar gaat het om. Het doet er niet toe uit welke Jodenkop deze onthullingen afkomstig zijn.”
Na de verschrikkingen van de Shoah lag het voor de hand dat de Protocollen een definitieve dood zouden sterven. Maar niets bleek minder waar. Meer en meer verspreidde het geschrift zich als een virus naar de Arabische wereld, waar het vandaag de dag virulenter voortleeft dan ooit te voren.
Dat feit noemt prof. Smelik het zesde leven. Hij verwijst daarbij naar Hamas, dat in zijn handvest een verwijzing naar de geschriften opnam: „Hun complot (dat de Joden streven naar expansie van de Nijl tot de Eufraat, JH) is uiteengezet in ”De Protocollen van de Wijzen van Zion” en hun huidige gedrag is het beste bewijs voor wat daarin te lezen staat.”
Het geloof in de echtheid van de Protocollen is in de Arabische wereld wijdverbreid, merkte prof. Smelik weer eens toen hij op een Saudisch leerboekje stuitte. „Het definitieve bewijs voor de authenticiteit van de Protocollen en de duivelse Joodse plannen die erin staan vervat, ligt in het feit dat de plannen, complotten en samenzweringen die erin worden opgesomd, ook in werkelijkheid zijn uitgevoerd”, stelt dat boek.
Prof. Smelik: „Volgens deze cirkelredenering zijn de Protocollen het bewijs voor het Joodse wereldcomplot en kan het Joodse wereldcomplot tegelijkertijd worden bewezen op grond van de Protocollen. Een bewijsvoering waar geen speld tussen te krijgen is – althans in de ogen van degenen die in dit Joodse wereldcomplot geloven.”
De grootste verrassing voor prof. Smelik was echter niet dat mensen zich op deze manier een rad voor ogen draaien, maar dat het antisemitisme in de Arabische wereld nog altijd niet het laatste leven van de Protocollen vormt. Hij vond nog een zevende leven, in newage- kringen. Daar wordt het geschrift gebruikt om het bestaan van zogeheten geheime genootschappen –de Illuminati– aan de kaak te stellen. De teneur: Joden en Hitler werkten samen om het zionisme na de oorlog meer kans van slagen te geven. „Als je het gaat nazoeken op internet, zie je dat deze laster vooral in Marokkaans-Nederlandse kringen heel populair is”, zegt prof. Smelik.
Hij heeft de hoop opgegeven dat rabiate antisemieten door zijn boek tot andere gedachten zullen komen. „Echte antisemieten overtuig je niet.” Het enige wat volgens hem te proberen valt, is steeds weer vertellen dat de Protocollen een vervalsing zijn. En daarnaast: censuur toepassen. „Ik weet ook wel dat je via internet makkelijk aan de tekst kunt komen, maar een verbod op de verkoop geeft in elk geval aan dat het geschrift bedrog is en dat het dus niet zomaar als authentiek mag worden verspreid.”