„We zitten weer op de weg omhoog”, zei vicevoorzitter Joop van Lunteren van Pensioenfonds ABP donderdag bij de presentatie van de cijfers over het laatste kwartaal van vorig jaar.

Volgens Van Lunteren hoeft ABP niet te korten op de pensioenuitkeringen. Maar het pensioenfonds voor overheid en onderwijs blijft bij zijn al eerder genomen besluit de pensioenuitkeringen ook dit jaar niet met de lonen in de sector mee te laten stijgen.

Ook gaat de premie in april omhoog vanwege de gestegen levensverwachting. Omdat mensen ouder worden, moeten pensioenfondsen hun langer een pensioenuitkering betalen. Met hoeveel de premie stijgt, is nog niet bekend. Het ABP-bestuur neemt daar volgende maand een besluit over.

Alle commotie over de pensioenen in de afgelopen tijd heeft wel het vertrouwen in pensioenfondsen geschaad, aldus Van Lunteren. Om dat vertrouwen terug te winnen, zal ook ABP, met 2,8 miljoen deelnemers het grootste fonds van Nederland, duidelijker moeten uitleggen wat er speelt.

De dekkingsgraad, die aangeeft in welke mate een fonds kan voldoen aan de toekomstige verplichtingen, kwam voor ABP eind vorig jaar uit op 105 procent. Dat is een stijging van 11 procentpunt ten opzichte van het derde kwartaal. Bovendien is in de dekkingsgraad al de meest recente prognose over de stijgende levensverwachting verwerkt.

ABP voldoet met de 105 procent nu weer aan de minimumeisen van De Nederlandsche Bank. Dat geldt nog niet voor het Pensioenfonds Zorg & Welzijn. Ook dat zag de dekkingsgraad dankzij de stijgende rente eind vorig jaar flink oplopen, maar die bleef net steken op 104 procent. Dat is 6 procentpunt meer dan in het derde kwartaal. „Ondanks de extra voorziening voor het langer leven, is de financiële positie het laatste kwartaal sterk verbeterd”, zei directeur Peter Borgdorff. „Het herstel ligt in lijn met het herstelplan. We blijven echter voor een deel afhankelijk van de zeer beweeglijke marktrente.”

Van Lunteren benadrukte dat ook. ABP heeft op zijn beleggingen vorig jaar een rendement gehaald van 13,5 procent. Het vermogen nam toe tot 237 miljard euro, tegen 208 miljard euro in 2009. Beleggingen in aandelen, bedrijfsobligaties, private equity en vastgoed leverden de grootste bijdrage: 21 miljard euro. Maar het is vooral aan de rente te danken dat de dekkingsgraad weer op het vereiste peil is.

Dat geeft ook de kwetsbaarheid van de pensioenfondsen aan. Want met het schommelen van de rente, schommelen ook de dekkingsgraden. „Dat maakt het moeilijk sturen ”, aldus Van Lunteren. Er is behoefte aan meer stabiliteit. Dat zou kunnen door voor berekening van de toekomstige verplichtingen van een pensioenfonds niet uit te gaan van de dagrente, maar van de rente over bijvoorbeeld zeven jaar.

Gisteren bleek verder dat groothandelaar en supermarktconcern Sligro in 2010 6 miljoen euro heeft gestort in het eigen pensioenfonds.

De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedroeg in augustus 92 procent. „Dat was echt het dieptepunt”, aldus financieel directeur Huub van Rozendaal. Aan het einde van 2010 was de dekkingsgraad gestegen tot 110 procent. Volgens Van Rozendaal heeft het gestorte bedrag hieraan 5 procentpunt bijgedragen. Het pensioenfonds is volgens de financieel directeur comfortabel bij een dekkingsgraad van 115 procent.