Weinig recidivisten op Glen Mills School
Minimaal 70 procent van de jeugdige criminelen die de Glen Mills School (GMS) in Wezep hebben bezocht, herhalen hun misdaden binnen een jaar niet. Dat blijkt uit een dinsdag gepresenteerd rapport van het onderzoeksbureau E & M Syntax, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Jeugdhulpverlening (WOJ) en de Universiteit Leiden.
Vermoedelijk is het percentage ex-criminele jongeren van de Glen Mills School dat niet in herhaling vervalt groter. Van de ”studenten” die de school hebben doorlopen blijkt 88 procent na een jaar geen contacten met de politie te hebben gehad. Van een vijftal jongeren is echter onvoldoende bekend. „Als we ervan uitgaan dat dit allemaal recidivisten zijn, dan zakt het percentage naar 69 procent”, aldus onderzoeker P. H. M. van den Bogaart. Directeur C. A. van der Kolk van de GMS tekent hierbij aan dat „de groep te klein is om er keiharde conclusies aan te verbinden.”
Van alle ex-studenten die de Glen Mills School voortijdig of na het volledige programma hebben verlaten, heeft na een jaar 90 procent een stabiele verblijfplaats, 80 procent een steunend sociaal netwerk, 70 procent een structurele dagbesteding en 65 procent legale inkomsten. Samen met de afwezigheid van het plegen van misdrijven zijn dit de voorwaarden voor een succesvolle doorstart in de maatschappij, aldus Van den Bogaart.
Uit eigen onderzoek van Van der Kolk onder een grotere groep (54 ex-studenten) blijkt dat slechts 10 procent in herhaling vervalt, bij 30 procent een of meer omstandigheden ongunstig zijn, maar dat bij 60 procent alle vijf omstandigheden goed zijn.
Alle jongens op de in 1999 gestarte Glen Mills School hebben een criminele achtergrond. De meesten van hen zaten in een jeugdbende of een negatieve jeugdgroep en hebben zware geweldsdelicten gepleegd.
Volgens directeur Van der Kolk zijn „het geen slechte jongens, maar goede jongens die slechte dingen hebben gedaan.” De school herbergt relatief meer Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse jongens dan te vinden zijn in jeugdgevangenissen.
De aanpak van de school werkt alleen bij deze zogeheten sociale delinquenten. Door een systeem van zelfcontrole en groepsprocessen wordt de jongeren respect, verantwoordelijkheid en waarden en normen bijgebracht. Bij goed gedrag worden ze bevorderd tot een hogere status, waardoor ze ook meer vrijheden krijgen. Motto van de school is ”DKW”: door keihard werken kom je vooruit.
Het aantal studenten dat het gehele programma doorloopt, is hoog. Twee van de drie bereiken na minimaal anderhalf jaar het eindpunt. Dan hebben ze voldoende vaardigheden om terug te keren in de maatschappij.
Het ministerie van Welzijn financiert vijftig studentenplaatsen, het ministerie van Justitie 75, vooral vanwege cellentekort in jeugdgevangenissen.
De Glen Mills School kwam eind vorige maand negatief in het nieuws. De school zou slechte resultaten boeken. Ook zouden er mishandelingen plaatshebben. Algemeen directeur J. H. R. Nieukerke van de Hoenderloo groep, waaronder de GMS valt, erkent dat in de begintijd een enkel personeelslid „soms verkeerd omging met zijn mensenmacht. Er zijn vervelende voorvallen geweest. Gelukkig hebben wij nooit beweerd dat onze gouden pil voor iedereen werkzaam is.”
De algemeen directeur illustreert de inmiddels positieve sfeer onder het personeel met het lage ziekteverzuim van 6 procent. Ook is er volgens hem geen tweespalt onder het personeel.
Ook drie aanwezige studenten herkennen het verhaal over de misstanden op hun school niet. „Het enige wat ik hierover weet te zeggen, is dat ik moet lachen”, aldus Guillermo. Volgens hem ga je „met steun van elkaar omhoog.”