Analyse: Kon het anders met Brandon?
APELDOORN – Gehandicapteninstelling ’s Heeren Loo is in verlegenheid gebracht doordat Brandon, een 18-jarige bewoner, al drie jaar in een isoleerruimte wordt behandeld. Wat levert een spoeddebat op?
Brandons begeleider, Iris Mourits, zat zo met de behandeling van de bewoner in haar maag dat ze besloot de publiciteit te zoeken. Zij kon niet langer aanzien dat ze haar zorg moest aanbieden aan een bijna volwassen jongen in een tuigje dat met een riem was vastgemaakt aan de muur.
Gesprekken met leidinggevenden brachten volgens Mourits geen verandering. Zodoende restte haar slechts één optie: de zaak publiekelijke bekendheid geven, iets waarin ze is geslaagd.
Haar relaas doet vermoeden dat ’s Heeren Loo intern is verdeeld over de behandeling van de jongen, wiens psychiatrische problematiek wordt omschreven als „zeer complex en uitzonderlijk.” „De instelling betoogt wel dat alternatieven niet voorhanden zijn, maar ik ben het daarmee oneens”, is eigenlijk wat Mourits zegt.
Om de vraag ”Was hier een alternatief?” draait straks ongetwijfeld ook het door PvdA-Kamerlid Wolbert aangevraagde spoeddebat.
Wat in elk geval voor instelling ’s Heeren Loo pleit, is dat zij de in Nederland bepaald niet summiere regelgeving rond dwangbehandelingen blijkt te hebben nageleefd. Een spoedonderzoek van de inspectie bracht in dit opzicht geen ongeregeldheden aan het licht. Dat betekent dat de hoofdbehandelaar en de instelling zich toetsbaar hebben opgesteld, dat er extern advies is ingewonnen en dat de zaak bij de rechter is geweest; kortom, dat de formeel juridische kant in orde is.
Dat is lang niet altijd het geval, bevestigt een woordvoerder van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg desgevraagd.
Voor de instelling pleit dat zij het Centrum Consultatie en Expertise (CCE), opgericht om onnodige dwangbehandelingen zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken, bij de behandeling van Brandon heeft betrokken. Ook dat is een aanwijzing dat zij de jongen niet aan zijn lot heeft overgelaten. Er lijken alternatieven te zijn geprobeerd, maar die boden geen soelaas.
Rest de vraag of er rond de behandeling van de 18-jarige mogelijk sprake is van collectief falen. In de psychiatrie daalde het aantal dwangbehandelingen, tegen de verwachting in, na een door de ggz ingezet aanvalsplan. Kleinschalige verbeterprojecten, later overgenomen door andere instellingen, toonden aan wat de sector tot dan toe altijd hardnekkig ontkende: ingrijpende, allemaal keurig volgens de regels uitgevoerde dwangbehandelingen bij psychiatrische patiënten bleken door creatieve interventies toch deels overbodig te zijn.
Voor de categorie patiënten waartoe Brandon behoort, geldt mogelijk hetzelfde. Maar de kans dat een spoeddebat daarover opheldering geeft, is niet groot.