Analyse: Stabiliteit in Libanon wankelt
BEIROET – Met het vallen van de Libanese regering is de veiligheidssituatie er in dat deel van het Midden-Oosten bepaald niet beter op geworden. Israël heeft zijn strijdkrachten in verhoogde staat van paraatheid gebracht. De Arabische Liga vreest voor een burgeroorlog.
De ministers van Hezbollah stapten afgelopen woensdag collectief uit het Libanese kabinet. Die stap kwam niet onverwacht. Sterker nog: de sjiitische beweging had die manoeuvre nauwkeurig getimed. Niet voor niets namen de bewindslieden ontslag tijdens een bezoek van premier Sa’ad Hariri aan Washington, waar hij onder andere over de openbaarmaking van de aanklachten van het Hariritribunaal met president Obama van gedachten zou wisselen.
Het in Nederland gevestigde Hariritribunaal onderzoekt de aanslag in 2005 op de Libanese premier Rafiq Hariri, de vader van de huidige minister-president. Het VN-hof staat op het punt de aanklachten tegen diverse verdachten openbaar te maken. Het is vrijwel zeker dat onder de beklaagden ook hooggeplaatste leden van Hezbollah zijn, reden waarom Hezbollah publicatie de afgelopen tijd heeft proberen te voorkomen. Het opstappen van de Hezbollahministers zal die openbaarmaking overigens niet tegenhouden. Maar het voorkomt wel dat het demissionaire Libanese kabinet maatregelen neemt die Hezbollah onwelgevallig zijn.
De Arabische Liga toonde zich na de val van het Libanese kabinet ernstig bezorgd dat het ontslag van de ministers tot regionaal geweld kan leiden. De verhoudingen tussen aanhangers van de sjiitische Hezbollah en soennitische Libanezen zijn al niet al te best. „Alleen nationale eenheid kan Libanon van het kwaad van een burgeroorlog redden”, aldus een sombere secretaris-generaal van de Arabische Liga, Amr Mussa, gisteren.
Of die vrees terecht is, valt –zeker op de korte termijn– nog maar te bezien. Hezbollah is qua bewapening en training veruit superieur aan zowel de reguliere Libanese strijdkrachten als aan welke gewapende groepering in het land dan ook. Het zou ronduit zelfmoord zijn om het op een burgeroorlog met Hezbollah uit te laten draaien.
Het zou ook het proces bespoedigen waar Hezbollah al langer mee bezig is, namelijk de overname van de macht in heel Libanon. Hezbollah begon ooit als verzetsbeweging, met als belangrijkste doel de Israëlische troepen uit de bufferzone in Zuid-Libanon te verjagen. Sinds enkele jaren heeft de organisatie ook in de nationale politiek haar aspiraties weten te verzilveren. Veel Libanezen vrezen dat de jongste manoeuvre de opmaat vormt voor een volledige controle van het Arabische land – al dan niet met gebruik van geweld.
Ook Israël volgt de ontwikkelingen in zijn buurland met argusogen. De Joodse staat bracht zijn troepen na het bekend worden van de val van het Libanese kabinet direct in verhoogde staat van paraatheid. Hoewel het aan de noordgrens al sinds het einde van de Libanonoorlog van 2006 relatief rustig is, blijft het gebied altijd vatbaar voor een plotselinge opleving van geweld. En Hezbollah zou een heropening van het front tegen aartsvijand Israël kunnen aangrijpen om de aandacht van de huidige interne politieke strubbelingen af te leiden.
Vooralsnog gaat Israël er overigens van uit dat Hezbollah momenteel geen belang heeft bij een grootschalige confrontatie. De beweging hecht meer aan de strategische mogelijkheid om de wapens tegen Israël op te nemen als bondgenoot Iran onverhoopt wordt aangevallen. Om die reden zijn ook nog geen reservisten opgeroepen.
Desondanks is Jeruzalem terecht alert op een escalatie aan zijn noordgrens. Generaal b.d. Ya’akov Amidror verklaarde eerder deze week tegenover de Israëlische legerradio dat hij weliswaar niet gelooft dat een nieuwe oorlog direct ophanden is, maar waarschuwde de legertop „alle inschattingen, zowel van mij als van anderen, kritisch te bezien, want de situatie in Libanon is zeer onzeker.”
„De zaken dreigen degenen die het voor het zeggen hebben door de vingers te glippen”, aldus Amidror. „Je weet het nooit in zo’n fragiele en delicate situatie, waarin iedereen een hoop wapens heeft, en een hoop rancune en frustratie. Je weet nooit waar dat toe kan leiden.”