President Zine al-Abidine Ben Ali (74) is al ruim 23 jaar aan de macht. De oud-militair is nog in oktober 2009 herkozen, hoewel hij toen voor het eerst minder dan 90 procent van de stemmen kreeg. De bevolking mort over de zeer hoge werkloosheid, de corruptie en het hardvochtige optreden van de Tunesische politie. De werkloosheid is er officieel 14 procent, maar volgens waarnemers in de praktijk veel hoger.

„De zaken hebben een kookpunt bereikt”, oordeelde Kenneth J. Perkins, Tunesië-deskundige van de Amerikaanse Universiteit van South Carolina. „Tunesiërs zijn tamelijk relaxed, maar als je mensen maar lang genoeg onderdrukt en hun vrijheden ontneemt, zal de boel vanzelf ontploffen. Daarbij komt dat het harde optreden van de politie de zaak alleen maar heeft verergerd.” Perkins denkt dat president Ben Ali sterk genoeg is om aan de macht te blijven. „Hij heeft een ijzeren greep op het land.”

Om de rellen te beteugelen, heeft het bewind een avondklok ingesteld voor de hoofdstad Tunis en omliggende gemeenten. De circa twee miljoen inwoners mogen voorlopig niet meer de straat op tussen 20 uur ‘s avonds en 6 uur ‘s morgens.

Woensdagochtend verschenen voor het eerst militairen in de straten van Tunis. Gepantserde wagens hielden de wacht bij belangrijke kruispunten. Gewapende militairen bewaakten ook de televisiestudio’s.

De president heeft besloten alle betogers vrij te laten die sinds half december zijn opgepakt bij rellen. Tegelijk heeft hij minister Rafik Belhaj Kacem van Binnenlandse Zaken ontslagen. De minister leidde het harde optreden van de politie tegen de demonstranten.

Ondanks de toezeggingen waren er woensdag opnieuw betogingen in Tunesië, dat populair is bij westerse toeristen. De politie schoot zeker drie actievoerders dood.

De Verenigde Naties hebben woensdag om een onafhankelijk onderzoek gevraagd naar het geweld tegen de demonstranten. De Europese Unie, de grootste handelspartner van Tunesië, veroordeelde het „buitensporige politiegeweld tegen de betogers”.