Kaalslag in de kerk
Een kerk als kroeg, kantorencomplex of kunstatelier. Om over het verkwanselen van het oude interieur nog maar te zwijgen. De secularisatie betekent niet alleen geestelijke, maar ook materiële kaalslag. Soms is slopen of verkopen de enige keus die overblijft.
Erfgoedvereniging Heemschut luidde vorige week de noodklok over de toenemende verkoop van waardevolle elementen uit monumentale interieurs. Voorbeeld: bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam gingen recent zeventiende-eeuwse kronen uit een kerk in Oost-Graftdijk onder de hamer.
Heemschut schenkt in het nieuwste nummer van het gelijknamige blad ruim aandacht aan het behoud van waardevolle interieurs. Conclusie: er gaat op dat terrein veel mis. „Of het nu om gewin gaat of om het verwerven van gelden voor bijvoorbeeld een restauratie of het dekken van kosten, als tendens zijn deze ‘uitverkopen’ buitengewoon kwalijke ontwikkelingen. Een hofje of kerkgenootschap zou de plicht moeten voelen om de monumentale bezittingen en ensembles die door de voorgangers van de huidige bestuurders met liefde en zorg gekoesterd zijn, aan de volgende generaties door te geven.”
De plicht voelen en daar uitvoering aan kunnen geven, zijn overigens twee verschillende zaken. De beste waarborg voor behoud is dat kerken en hun interieurs hun oorspronkelijke functie behouden. Een klein, vergrijsd groepje kerkgangers kan geen gebouw in stand houden dat door zijn formaat en aankleding van betere tijden spreekt.
Nóg een bericht van vorige week: vrijwel alle parochies in het rooms-katholieke bisdom Den Bosch moeten een of meer kerken afstoten om financieel te kunnen overleven. Hun vermogen rendeert niet, parochies teren snel in op wat er nog is en de situatie zal alleen verergeren, voorziet bisschop Mutsaers. Gemiddeld sluiten in Nederland elke dag twee kerken hun deuren. Landelijk zou er de komende jaren sloop dreigen van 1500 tot 2000 kerken. Steeds minder kloosters worden bevolkt door hun oorspronkelijke bewoners, de religieuze orden.
Kerkelijke gebouwen worden door overheden op monumentenlijsten geplaatst om ze te behouden, of er juist afgehaald om ze een nieuwe bestemming te kunnen geven. Het is dan aan de nieuwe eigenaar om niet alleen het exterieur, maar ook allerlei elementen van het interieur te behouden. Al blijft het wat potsierlijk, potten vol sierplanten in oude kerkbanken en kitsch en keramiek op de kanseltrap, zoals in die gereformeerde kerk in hartje Friesland die tot bloemenzaak werd getransformeerd. De kerk bloeit er, maar anders dan tevoren.
Het jaar 2008 werd door de Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland en de provinciale Steunpunten Monumentenzorg en Archeologie uitgeroepen tot Jaar van het Religieus Erfgoed. Het VSBfonds sprokkelde met de prijsvraag ”Erfgoed op eigen benen” de origineelste herbestemmingsplannen voor leegstaande kerken bijeen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Vereniging van Beheerders van Monumentale Kerkgebouwen (VBMK) in Nederland kwamen met een handreiking voor de zoektocht naar een nieuwe functie voor oude bedehuizen waar het Woord niet meer klinkt.
Ook binnen de Protestantse Kerk in Nederland is de laatste jaren een visie ontwikkeld waarin behoud dan wel herbestemming van kerkgebouwen centraal staat. De praktische uitwerking is opgedragen aan het Regionaal College voor Behandeling van Beheerszaken (RCBB). Dat houdt een lijst bij van kerken die om architectonische of cultuurhistorische waarden van belang zijn. Een plaatselijke gemeente mag zonder toestemming van het regionaal college geen gebouw verkopen of een andere functie geven. En sloop is pas in allerlaatste instantie in beeld.
In de gevarenzone verkeren de naoorlogse wederopbouwkerken. Daarvan zijn er al verschillende aan de slopershamer ten prooi gevallen. Niet iedereen zal erom treuren. Ze verloren hun functie, of bleken bouwkundig al snel mankementen te vertonen. En vaak zijn ze nog gewoon lelijk ook.
Wat mag en wat kan
”Gids tussen regels en mogelijkheden”, luidt de ondertitel van de in november door de provincie Gelderland gepresenteerde Religieus ErfgoedWijzer. Deze biedt pagina’s vol tips en aanwijzingen voor het beheer van al wat aan teloorgegane godsdienstigheid herinnert. Gebouwen die van onschatbare waarde zijn, omdat ze het verhaal van voorgaande generaties vertellen en vaak markante blikvangers in het landschap zijn. De brochure rept over een proactieve opstelling, over de zoektocht naar subsidieverstrekkers, over broodnodige samenwerking tussen overheden en kerkbesturen.
De circa 2400 gebouwen en complexen met een religieus karakter die de cultuurhistorische waardekaart van Gelderland telt (751 kerken, 110 kerktorens, 411 pastorieën, 109 (voormalige) kloosters, 70 kapellen, 482 begraafplaatsen en 25 synagogen), sieren „met hun variatie, hun herkenbaarheid en hun glorie het landschap en het stadsprofiel.” Maar: „De duurzame instandhouding van religieus erfgoed staat onder druk. En de tijd is meedogenloos voor kerken, kloostercomplexen en kapellen. Recent onderzoek leert dat landelijk twee religieuze gebouwen per week hun oorspronkelijke functie verliezen. Voor veel kerken, kloostercomplexen en kapellen is het zelfs al 5 voor 12. Alleen al de komende 10 jaar sluiten circa 1000 kerken hun deuren.”
De ErfgoedWijzer geeft voorbeelden van behoud door restauratie, door herbestemming, door multifunctioneel gebruik. Een voorbeeld van creatieve ‘recycling’ is Klein Seminarie De Weijert in Apeldoorn. Het werd omgebouwd tot Politieacademie.