Omstreden sloop Shepherd Hotel begonnen
JERUZALEM – Het omstreden Shepherd Hotel in Oost-Jeruzalem maakt plaats voor een nieuwe Joodse woonwijk. Zondagochtend voor zonsopgang verschenen bulldozers bij het gebouw om een begin te maken met de sloopwerkzaamheden.
Israëlische media meldden maandagmorgen dat er een storm van Palestijnse en internationale kritiek was losgebarsten. Nieuwssite Ynet meldde dat de hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie, Catherine Ashton, erop heeft gewezen dat het hotel een Palestijns symbool was. Volgens Ashton maakt Oost-Jeruzalem deel uit van de bezette Palestijnse gebieden.
De krant The Jerusalem Post meldde dat Saeb Erekat, hoofd van het Palestijnse onderhandelingsteam, zei dat er geen vredesbesprekingen zullen zijn als Israël doorgaat met de bouw van nederzettingen en acties als de afbraak van het Shepherd Hotel. Hij beschuldigde Israël van een „etnische zuivering.”
De krant Ha’aretz meldde dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, tijdens een bezoek aan Abu Dhabi zei dat de sloop de pogingen ondermijnt om vrede te bereiken.
Palestijnen zijn tegen Joodse woonwijken in Oost-Jeruzalem, omdat zij daar zelf de hoofdstad van een Palestijnse staat willen oprichten. Israël echter stelt dat de hele stad in 1967 onder Israëlisch bestuur is herenigd en dat Joden en Palestijnen zich in alle delen van Jeruzalem mogen vestigen. Palestijnen zeggen dat ze moeilijker bouw- en koopvergunningen kunnen krijgen dan Joden.
Het hotel was eigendom van Haj Amin al-Husseini (1893-1974), oud-moefti van Jeruzalem die met de nazi’s samenwerkte. In 1985 kocht de Amerikaanse zakenman Irving Moskowitz het gebouw. Moskowitz steunt Joodse groepen die zich in Oost-Jeruzalem willen vestigen. Anderhalf jaar geleden keurde de gemeente Jeruzalem een plan goed om er wooneenheden te bouwen.
„Het stelt me zeer teleur om te zien hoe een huis dat aan een familielid behoorde gesloopt wordt”, aldus Said Husseini, voor het hek waarachter zware machines sloopwerkzaamheden verrichten. Hij zegt dat de moefiti zijn oom was. „Maar waarom breken ze het af? Ik voel dat dit om een Arabisch gebouw gaat. De Joden willen het Arabische erfgoed in Jeruzalem verwoesten.”
Een soortgelijk geluid laat Mustafa Mohammed horen. „Ik hoopte dat het pand een cultureel centrum zou worden, dat wij Palestijnen in Oost-Jeruzalem nog niet hebben. Een plaats waar mensen elkaar zouden kunnen ontmoeten. Het is onderdeel van het Israëlische beleid om de Palestijnse geschiedenis te verwoesten.”
Advocaat Elisha Peleg, die voor de Likudpartij in de gemeenteraad van Jeruzakem zit, zegt dat het de bedoeling is om op de plaats van het hotel zeventig appartementen te bouwen. Een vergunning voor twintig wooneenheden is al afgegeven. Peleg ontkent dat de Israëlische bouw in Oost-Jeruzalem een blokkade vormt voor de vredesbesprekingen tussen Israëliërs en Palestijnen. „Wij hebben het recht in alle delen van Jeruzalem te bouwen, omdat volgens de Israëlische wet Jeruzalem in 1967 werd verenigd. Oost-Jeruzalem is deel van Jeruzalem.”
„Dit is geen bezet land”, zegt Peleg. „Nu kunnen de Palestijnen er niet over klagen dat de stad is herenigd. Het oosten was ook voor 1948 al Jeruzalem.”
Kijk op het weblog van correspondent Alfred Muller voor meer foto’s en een video.