Parlement Kosovo blijft streven naar onafhankelijkheid
VN-bestuurder Michael Steiner heeft donderdag scherp gereageerd op een besluit van de niet-Servische meerderheid in het parlement van Kosovo om het streven naar onafhankelijkheid vast te leggen in een motie.
Steiner zei dat het besluit verdeeldheid zaait en indruist „tegen de verzoeningsgezinde geest” van de afspraken die een eind maakten aan de oorlog van 1998-1999.
„De internationale gemeenschap verwacht dat de assemblee handelt op een manier die bouwt in de toekomst in plaats van Kosovo terug te slepen naar het verleden”, zei Steiner. Hij zei dat de etnisch Albanese leiders niet welkom zijn op internationale conferenties die de NAVO en de Europese Unie later deze maand over Kosovo organiseren. Ondanks de harde woorden ging Steiner niet zo ver om het besluit te vernietigen.
De 78 etnisch Albanese en andere niet-Servische leden van het 120 zetels tellende parlement namen unaniem een motie aan waarin ze de politieke en gewapende strijd „voor vrijheid en onafhankelijkheid” tijdens het bewind van de vroegere Joegoslavische president Slobodan Milosevic voor gerechtvaardigd verklaarden. De parlementsleden die de Servische minderheid vertegenwoordigen hadden voor de stemming uit protest de vergadering verlaten.
Kosovo wordt sinds het einde van de oorlog in 1999 door de Verenigde Naties en de NAVO bestuurd, maar is formeel nog altijd een deel van Servië. De provincie heeft een gekozen parlement, dat op zijn beurt een president en een regering kiest. De bevoegdheden van de plaatselijke instellingen zijn echter beperkt en het uiteindelijke gezag berust bij de VN-missie.