Instanties trekken mist op rond giftigheid stoffen
MOERDIJK – Behalve de giftige stoffen die met de rook zijn vrijgekomen bij de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk, lagen er tonnen zwaar giftige stoffen opgeslagen in de loodsen van het bedrijf.
Dat blijkt volgens het dagblad Sp!ts uit de milieuvergunning van het bedrijf, die is afgegeven door de gemeente Moerdijk. De officiële instanties zwijgen echter in alle talen.
Op het terrein van Chemie-Pack in Moerdijk, waar woensdag een grote brand uitbrak, lag gemiddeld ruim 500 ton giftige stoffen opgeslagen die kanker, vruchtbaarheidsproblemen en erfelijke mutaties kunnen veroorzaken. Chemie-Pack mocht volgens de vergunning maximaal 4000 ton grondstoffen opslaan op haar terrein, waarvan 825 ton kankerverwekkende en mutagene stoffen of bestanddelen die de erfelijke eigenschappen aantasten, aldus Sp!ts.
Dat verklaart wellicht waarom de autoriteiten opvallend zwijgzaam zijn bij het verstrekken van gegevens over opgeslagen chemicaliën en vrijgekomen giftige gassen.
Zo wilde het RIVM donderdag geen mededelingen doen over de uitkomst van haar metingen. Zelfs informatie over de aard van de metingen werd niet verstrekt. Zo zijn de metingen die het RIVM verricht veel omvangrijker dan die van de brandweer. Het duurt doorgaans twee tot drie dagen voordat de uitkomsten daarvan bekend zijn. Maar zelfs die zakelijke informatie werd niet verstrekt.
De woordvoerder verwees naar de persconferenties die de betrokken burgemeesters gaven. Die kwamen niet verder dan de mededeling dat de stoffen „giftig, bijtend en brandbaar” waren.
Burgemeester Brok van Dordrecht benadrukte donderdag dat metingen uitwezen dat nergens schadelijke stoffen zijn gemeten. Later meldde RIVM dat het zou gaan om „niet verontrustende concentraties” van giftige stoffen, als benzeen, tolueen, ethylbenzeen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en dioxines. Met uitzondering van ethylbenzeen zijn die echter wel alle kankerverwekkend.
Van belang is echter of de concentraties de norm overschrijden en dat kon uit de beschikbare gegevens niet worden afgeleid. Pas na enig aandringen gaf het rijkinstituut de naam van de veiligheidscoördinator, die inzage heeft in de exacte meetgegevens. Die bleek vervolgens onbereikbaar en werd afgeschermd door de betrokken meldkamer van Zuid-Holland-Zuid. Op zijn mobiele telefoonnummer was hij evenmin te bereiken.
Bij ATF afvalverwerking in Drachten deed zich in het jaar 2000 iets vergelijkbaars voor. Tijdens een hevige brand bij het afvalbedrijf ging een loods met ‘slechts’ 480 ton chemisch afval in vlammen op. Pas vijf jaar later werd duidelijk dat de giftige rook 124 Friezen ziek heeft gemaakt. Minimaal twintig blijvende lever - en nieraandoeningen aan het gif hebben overgehouden.
De overheden stelden toen ook dat er geen verontrustende concentraties waren gemeten, maar meldden zeven jaar later dat er toch wel significante hoeveelheden schadelijke stoffen waren vrijgekomen.