Duitse liberalen zinken verder weg
STUTTGART – De liberale FDP in Duitsland was de gevierde partij in 2009. Partijleider Guido Westerwelle zette toen het beste stembusresultaat uit de geschiedenis op zijn naam (14,6 procent). Maar als er nu verkiezingen zouden zijn, zou de partij met 4 procent niet eens meer de kiesdrempel halen.
Westerwelle houdt donderdag de belangrijkste rede uit zijn loopbaan op de partijdag in Stuttgart. Veel bezoekers zullen hopen dat hij de handdoek in de ring gooit en terugtreedt.
Maar dit zal niet gebeuren. Als stemmentrekker mag hij momenteel niet meer zo sterk zijn, achter het spreekgestoelte is Westerwelle vrijwel altijd overtuigend. Hij zal dus honderden partijleden enthousiast weten te maken. Om hen morgen weer af te stoten.
Er is nog een andere reden waarom hij dit partijcongres wel zal overleven. Er is namelijk geen opvolger. Er worden wel namen genoemd, vooral die van secretaris-generaal Christian Lindner. Maar velen vinden hem met 31 jaar nog te jong. Omdat er geen uitdager is, spreekt Der Spiegel deze week van een „koningsdrama zonder een Lady Macbeth.”
Eigenlijk had het een succesverhaal moeten worden met de FDP. In 2009 haalde Westerwelle –te midden van alle herdenkingen van de val van de Muur in 1989– het electorale hoogtepunt voor zijn partij met 14,6 procent. Dit kreeg zelfs de legendarische Hans-Dietrich Genscher nooit voor elkaar.
Maar de verkiezingen winnen ligt soms dicht bij het verliezen van de onderhandelingen. Waar Westerwelle iedereen belastingverlagingen had beloofd, kwam hij in een kabinet met de christendemocraten van CDU/CSU dat is gedwongen te bezuinigen. Van belastingverlagingen kwam nauwelijks iets terecht. De partij kampt dus niet alleen met een populariteitsverlies in de peilingen, ook zeggen veel aanhangers hun lidmaatschap op.
Zijn combinatie van functies (partijleider, vicekanselier en minister van Buitenlandse Zaken) moet ook wel tot problemen leiden. Het zijn stuk voor stuk rollen waar je meer dan een weektaak aan kunt besteden. Maar ook als minister van Buitenlandse Zaken valt er maar één echt succes te noemen, en dat is dat Duitsland in 2011 en 2012 weer lid is van de VN-Veiligheidsraad.
Politieke partijen zeggen –zeker als ze in de regering zitten– dat ze zich niet bekommeren om slechte opiniepeilingen. Maar in de FDP heeft de onrust keihard toegeslagen. In interviews –al dan niet anoniem– uiten mensen op hoge partijposten zich uiterst kritisch over Westerwelle. Ook in de laatste bijeenkomst van de Bondsdagfractie schijnt het er hard aan toe te zijn gegaan.
De Duitse media spelen al maanden met Westerwelle als een kat met een muis. Volgens berichten is er ook een delegatie partijleiders uit de Duitse deelstaten bij Westerwelle op bezoek geweest om hem onomwonden te verzoeken terug te treden. Hij zou een „blok aan het been” zijn en de kiezers alleen maar afschrikken. Zolang Westerwelle blijft, kan men vrijwilligers in de deelstaten niet meer motiveren om voor de partij de straat op te gaan. Als dat inderdaad zo is gezegd, liggen de tegenstellingen wel erg scherp.
Maar zolang er niet één duidelijke uitdager voor Westerwelle is, kan de machtsstrijd nog heel lang duren. Een goede opvolger geeft hem de gelegenheid de zaak zonder al te veel gezichtsverlies over te dragen. Bij gebrek daaraan zal hij aan het roer willen blijven.
Er is alle reden voor de partij om –linksom of rechtsom– de zaak snel af te ronden. Dit jaar is namelijk weer een belangrijk verkiezingsjaar. In zes (van de zestien) deelstaten wordt een parlement gekozen. Bovendien zijn er nog enkele belangrijke gemeenteraadsverkiezingen.
Het is niet alleen zo dat een regeringspartij natuurlijk in al deze gremia graag zo veel mogelijk zetels wil binnenslepen, dat is ook harde noodzaak. Door het verlies van de CDU bij de deelstaatverkiezingen in Noord-Rijnland-Westfalen in mei vorig jaar is de coalitie al de meerderheid in de Senaat (Bundesrat) kwijtgeraakt. Die minderheid moet niet verder slinken. Veel regeringsplannen zouden dan stranden.
Westerwelle heeft wel eens gezegd: „Ik verlaat het dek niet als het stormt.” Als hij dan in Stuttgart maar niet overboord gaat.