Hij werd daarbij echter tegengewerkt door hardliners binnen de regering die de deal zagen als een „virtuele nederlaag.” Dat blijkt uit geheime Amerikaanse diplomatieke memo’s die gisteren door WikiLeaks werden gepubliceerd.

De Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Ahmed Davutoglu, besprak de kwestie eind 2009 met de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Philip Gordon. Volgens Davutoglu was de Iraanse regering bereid tot een atoomdeal, maar stond Ahmadinejad onder „grote druk.”

Turkse regeringsmedewerkers zouden de Iraanse president hebben gevraagd „of de kern van het probleem eerder psychologisch dan substantieel was.” Ahmadinejad zou bevestigend hebben geantwoord. „Ahmadinejad heeft gezegd dat de Iraniërs instemmen met het voorstel, maar dat rekening moet worden gehouden met de publieke perceptie”, zo staat er in de memo. Ook zou Ahmadinejad „flexibeler zijn dan anderen in de Iraanse regering.”

Uit de memo’s blijkt tevens dat Iran meer vertrouwen heeft in de Amerikaanse onderhandelaars dan in de Britse en dat de Islamitische Republiek liever brandstofstaven krijgt van aartsvijand de Verenigde Staten dan van bondgenoot Rusland.