Werken op het herdersveld
Peter ’t Lam, een 56-jarige sociaal werker uit Nederland, werkt op het ‘protestantse’ herdersveld bij Bethlehem met jongeren die een handicap hebben. In de directe omgeving zijn veel grotten.
Waar de grot van de herders die als eersten hoorden van Jezus’ geboorte precies was, is niet bekend. Volgens de christelijke traditie bevinden de herdersvelden zich bij het stadje Beit Sahur, bij Bethlehem. Rooms-katholieken, Grieks-orthodoxen en protestanten hebben elke hun eigen plek van verering gekozen.
„Deze rots hier is van kalksteen”, wijst ’t Lam in de grot op het protestantse herdersveld. „Door invloeden van het regenwater lost de kalk op en ontstaan er open ruimtes. Deze grotten verdwijnen na verloop van tijd weer door instorting. Daarom wordt de bovenkant van deze herdersgrot met pilaren ondersteund.”
Vroeger dacht ’t Lam bij de herdersvelden aan mooie weiden waarop schapen graasden. „Hier zien we het verschil. De herders brachten de schapen het liefst naar binnen als het donker werd. Ze zochten dan een grot op en gingen voor de ingang zitten. In het open veld konden ze de dieren onmogelijk beschermen tegen wilde dieren. Waarschijnlijk zaten de herders uit Lukas 2 voor zo’n grot, toen de engelen aan hen verschenen.”
De velden nemen normaal gesproken in december een groene kleur aan. Dit jaar is dat anders. „Het is erg droog. De velden zijn bruin, want er is nog geen regen gevallen. Normaal zouden de schapen nu naar buiten kunnen om te genieten van het eerste groen, maar er groeit nog niks. De herders voeren daarom de dieren bij.”
Het ‘protestantse’ herdersveld in Beit Sahur bevindt zich op het terrein van de Young Men’s Christian Association (YMCA), de grootste oecumenisch-christelijke jongerenorganisatie ter wereld. De YMCA heeft er twee werkplaatsen waar houtsnijwerk wordt gemaakt. ’t Lam brengt er sinds vier jaar jonge mannen met een lichamelijke of verstandelijke beperking de kunst van het hout bewerken bij.
Peter ’t Lam kwam in 1991 naar Israël. Eerst werkte hij in Haifa. In 1999 trokken hij en zijn vrouw naar Beit Jala, om in Jemima, een door Nederlanders gesticht tehuis voor gehandicapten op de Westelijke Jordaanoever, te gaan werken. Op de Westoever werd, zeker in vergelijking met de zorg in westerse landen, weinig gedaan aan de opvang en begeleiding van jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
Sinds 2005 werkt ’t Lam bij de YMCA, maar hij blijft betrokken bij de begeleiding van enkele gehandicapte jongens uit Jemima. „Ik wil gehandicapte jongens graag nieuwe kansen geven”, zegt hij. „Ik krijg op de Westoever veel positieve reacties op mijn werk.”
Bij de werkplaatsen van YMCA is een winkeltje waar kaarsenstandaards, briefopeners en onderzetters worden verkocht. Kerststalletjes in diverse soorten en maten ontbreken niet. Winstgevend is het bedrijf nog niet: de YMCA betaalt bijvoorbeeld het gebouw en de elektriciteit. Een belangrijke sponsor van de YMCA is de interkerkelijke hulporganisatie ICCO. Zelf werkt ’t Lam in Beit Sahur als vrijwilliger. Een Nederlandse vriendenkring ondersteunt hem.
„Ik vind het een prettige gedachte dat dit een sociale werkplaats is”, zegt ’t Lam, die zich slechts met moeite verstaanbaar kan maken vanwege het gesnerp van de zaagmachines. „Deze jongeren hebben nog niet de ervaring om zelfstandig te werken. Ze bevinden zich hier zowel in een zorgomgeving als in een commerciële situatie. Ze hebben een ritme nodig van op tijd opstaan, op tijd naar de werkplaats gaan en aan het eind van de dag op tijd weer naar huis gaan. Slechts een van de mannen werkt thuis, omdat hij een gezin heeft en op grote afstand woont, in de buurt van Hebron.”
Velden en grotten bij Bethlehem
Het veld van de herders uit Lukas 2 kan overal in de omgeving van Bethlehem zijn geweest. In Beit Sahur hebben protestanten, Grieks-orthodoxen en rooms-katholieken dan ook elk hun eigen herdersveld en -grot. De herdersvelden hebben met elkaar gemeen dat er weinig meer van het authentieke landschap over is. Ze bevinden zich namelijk in bewoond gebied.
In de regio Bethlehem bevinden zich vele grotten. De bewoners bouwden hun huizen vaak vlak voor zo’n grot. Op die manier beschikten ze over een extra ruimte, die in de winter warmer was dan hun huizen. In de zomer zijn de grotten juist koeler. Boeren gebruikten de spelonken ook om hun dieren ’s nachts beschutting te geven.
In een van deze holle ruimtes is volgens de christelijke traditie Jezus geboren. Christenen in de vierde eeuw wezen een spelonk aan het einde van een heuvelrug aan als de Geboortegrot.
Keizer Constantijn (ca. 274-337) besloot op deze plek een basiliek neer te zetten. De bouwers kapten bomen, verwijderden stukken rots en plaatsten boven de grot een achthoekige kerk. De Samaritanen verwoestten deze kerk in 529. De kerk die er nu staat, is gebouwd door keizer Justianus I ( ca. 527-565).
Duizenden pelgrims bezoeken rond Kerst de basiliek. In de kerk bevindt zich ook de grot waar de kerkvader Hiëronymus werkte aan de vertaling van de Bijbel in het Latijn, de Vulgata.