In het afgelopen jaar werden nog slechts 1919 nieuwe gevallen van kinderverlamming in zeven landen geteld, zo meldde dinsdag Bruce Aylward, de coördinator van het poliobestrijdingsprogramma van de WHO.

De 1919 gevallen zijn overigens minder gunstig dan Aylward suggereert, want nog maar enkele weken geleden meldde dezelfde WHO dat er in 2002 sprake was van een scherpe stijging van het aantal poliogevallen ten opzichte van 2001, toen wereldwijd slechts 483 gevallen van de ziekte werden gemeld. Het aantal gemelde gevallen vormt overigens maar een fractie van het werkelijke aantal poliogevallen, doordat de aandoening in de meeste gevallen latent, en dus niet herkenbaar, wordt doorgemaakt.

Oorzaak van de verviervoudiging van het aantal gemelde poliogevallen in 2002 vormen forse uitbraken in bepaalde delen van India en Nigeria. Die uitbraken leidden ertoe dat begin dit jaar ook in Libanon weer een geval van polio werd geregistreerd, terwijl het land al tien jaar poliovrij was. Onderzoek van het erfelijk materiaal van het virus wees uit dat het afkomstig was uit India.

Poliovirus kan door reizigers vanuit landen waar de ziekte nog heerst, worden geïmporteerd naar gebieden waar de polio allang niet meer voorkomt, aldus dr. Walter Orenstein, directeur van het nationale inentingsprogramma van het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention en tevens voorzitter van de campagne die moet leiden tot het uitroeien van polio.

Vooral India is een land waar polio nog volop heerst, met name in het noorden. Op enige afstand volgen Nigeria (vooral het noorden), Egypte, Pakistan, Afghanistan, Somalië en Niger. Van de resterende gevallen van polio is 99 procent geconcentreerd in India, Nigeria en Pakistan.

De WHO is van plan 51 nieuwe inentingscampagnes op te zetten in de genoemde landen en hun aangrenzende gebieden. Volgens het kinderfonds van de VN, Unicef, ontbreken echter de benodigde fondsen (28,6 miljoen euro) om het programma uit te voeren.