Dat blijkt uit onderzoek waarop onderzoeksverpleegkundige N. Langeveld van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam donderdag promoveert. Het blijft nodig de voormalige kankerpatiëntjes ook op de lange termijn te volgen, concludeert zij. Langeveld onderzocht vijfhonderd ex-patiënten in de leeftijd van 16 tot 49 jaar.Tegenwoordig geneest ongeveer 70 procent van de kinderen met kanker. De meeste genezen patiënten geven aan een goede gezondheid te hebben en ook op psychosociaal gebied goed te functioneren. Toch ondervinden veel oud-patiënten nog gevolgen van hun behandeling. Het gaat daarbij om orthopedische of neurologische problemen, verminderde vruchtbaarheid, een veranderd uiterlijk en leerachterstanden.

Mensen die als kind een hersentumor hebben gehad, hebben de meeste problemen. Degenen die op jeugdige leeftijd zijn behandeld voor de ziekte van Hodgkin of acute lymfatische leukemie, hebben op latere leeftijd de minste klachten. Sommige problemen hebben direct te maken met bepaalde therapieën.

Een vaak gehoorde klacht van ex-patiënten is vermoeidheid. Een subgroep van de onderzochte ex-patiënten is lager opgeleid dan leeftijdsgenoten die geen kanker hebben gehad. Ook het percentage met een betaalde baan is lager. Velen voelen zich gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Vooral de mannen onder de ex-patiënten wonen relatief vaak bij hun ouders, en zijn minder vaak getrouwd of samenwonend dan leeftijdsgenoten.