Na een slopende procesgang was het maandag de dag van de waarheid voor de verdachten van de vuurwerkramp. Volgens het openbaar ministerie was De V. (35) letterlijk de aanstichter van het vuur op het terrein van SE Fireworks op 13 mei 2000. De enorme vuurwerkexplosies die volgden kostten aan 22 mensen het leven terwijl er honderden gewonden waren. De woonwijk Roombeek werd compleet verwoest.

De rechtbank in Almelo veroordeelde De V. vorig jaar augustus tot vijftien jaar cel. Advocaat-generaal A. Welschen eiste in hoger beroep dezelfde straf. Het Arnhemse hof oordeelde maandag geheel anders: André de V. werd vrijgesproken.

Het hof kwam tot de conclusie dat er geen bewijs is dat De V. de brand heeft gesticht. De „onsamenhangende” verklaringen van De V. tegen enkele gedetineerden en een undercoveragent in het huis van bewaring zijn niet voldoende om tot een veroordeling te komen. „De vage, inconsistente en voor een belangrijk deel met grote onzekerheid overgeleverde uitlatingen van deze verdachte missen voldoende overtuigende kracht.”

De V. was niet bij de uitspraak in Arnhem aanwezig. Twee uur later verliet hij als vrij man de gevangenis in Lelystad. Hij deed dat in de auto van zijn advocaat mr. A. Moszkowicz. De V. zat sinds 26 januari 2001 vast. Zijn advocaat gaat waarschijnlijk enkele tonnen euro’s schadevergoeding eisen.

Het openbaar ministerie wist maandag nog niet of het cassatie aantekent tegen de vrijspraak. Advocaat-generaal De Haas verklaarde dat het OM „de juiste verdachte voor het hekje heeft gezet” en dat er voldoende bewijs was voor een veroordeling. „De rechter had niet de overtuiging.”

Anders liep het met de directeuren van SE Fireworks, R. Bakker (40) en W. Pater (52). Zij kregen beide van het hof een jaar cel opgelegd. Volgens de rechters hebben ze zich niet alleen schuldig gemaakt aan het overtreden van milieuvoorschriften, maar hebben ze ook schuld aan de omvang van de ramp door te veel en te zwaar vuurwerk in opslag te hebben.

Vorig jaar bij de rechtbank luidde het vonnis nog een halfjaar cel, waarvan de helft voorwaardelijk. Omdat ze al in voorlopige hechtenis hadden gezeten, hoefden ze niet opnieuw achter de tralies. De directeuren stappen naar de Hoge Raad, zo kondigden ze maandag meteen aan. Tot die tijd blijven ze op vrije voeten.

Hoewel er geen sprake is van „boze opzet” moet de ernst van de gevolgen van de gepleegde overtredingen van invloed zijn op de strafbepaling, aldus het arrest. „Die gevolgen zijn catastrofaal geweest” en moeten in een „substantiële vrijheidsstraf” tot uitdrukking komen.

Bakker zei „niet teneergeslagen” te zijn. „We vechten door. Nog steeds willen we precies weten wat er op 13 mei 2000 is gebeurd.” De motivatie van het hof voor zijn veroordeling noemde hij „onbegrijpelijk.” Bakkers ex-compagnon Pater toonde zich „teleurgesteld.” Ook zijn raadsman G. Meijers vond het arrest een bittere pil. „Het betekent dat deze twee mensen voorlopig als schuldigen van de ramp worden aangewezen.”