ICC krijgt fonds voor bezoek aan verdachten
NEW YORK/DEN HAAG/LEIDEN (ANP) – Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag krijgt een speciaal fonds dat familiebezoek aan armlastige verdachten in Nederland beter mogelijk moet maken. Hiertoe is vrijdag in New York besloten tijdens de ASP, de vergadering van de 114 staten die zijn aangesloten bij het ICC.
Dit is vernomen van de CICC, de overkoepelende organisatie van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en FIDH die het werk van het Strafhof volgen. Duitsland stelde op de dag van oprichting al een eerste vrijwillige bijdrage in het vooruitzicht voor het ICC-familiebezoekfonds.
De vier verdachten van oorlogsmisdaden in hechtenis van het ICC zijn allemaal afkomstig uit Afrika. Zeker twee van hen zijn zo arm dat de families zich een reis naar Europa amper kunnen permitteren.
Het ICC heeft al jaren een speciaal fonds voor de slachtoffers van oorlogsmisdaden. Dat geeft financiële steun aan onder meer de Stichting Interplast Holland in Leiden. Nederlandse esthetisch chirurgen kunnen daardoor Ugandezen helpen die gruwelijk zijn verminkt door het Verzetsleger van de Heer (LRA) van Joseph Kony. De rebellen hebben bij veel burgers lippen, oren, neus en andere lichaamsdelen afgesneden. „Dit heeft niet alleen ernstig lichamelijke gevolgen, maar ook psychische”, aldus de stichting, die probeert de slachtoffers een menswaardiger leven te geven.
Naast de twee fondsen voor slachtoffers en familiebezoeken wordt in de wandeling nagedacht over een derde fonds uit vrijwillige bijdragen, naast het reguliere budget. Dat zou journalisten uit de betrokken, vaak door oorlog verarmde landen, moeten helpen naar Den Haag te komen om ten behoeve van hun lokale bevolking verslag uit te brengen over de processen die hier gevoerd worden.
Qua regulier budget is vrijdag in New York een bedrag van bijna 104 miljoen euro goedgekeurd voor 2011. In tijden van economische crisis zorgen de kosten voor het ICC soms tot enige discussie, zeker omdat het hof, dat sinds 2002 in Den Haag zetelt, nog geen enkel proces heeft afgerond. Daar komt volgens hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo in 2011 verandering in. De kosten zijn mede zo hoog omdat het ICC naar een groot aantal landen vooronderzoeken heeft lopen.