„Beroep op verjaring past kerk niet”
GRONINGEN – Als je kerk wilt zijn in de ware zin van het woord, is een beroep op verjaring misplaatst, zegt prof. mr. Fokko Oldenhuis, hoogleraar religie en recht in Groningen.
De commissie-Deetman, die het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk onderzoekt, presenteert donderdag haar rapport. De commissie zou niet onafhankelijk zijn, onder meer omdat Deetman zelf christen is. Gisteren stelde LANZS (Landelijk Advocaten Netwerk Zeden Slachtoffers) om deze reden voor een waarheidscommissie in het leven te roepen.
Wat vindt Oldenhuis hiervan?
„Dat Deetman zelf christelijk is, vind ik geen bezwaar. Je mag van hem gezien zijn deskundigheid en ervaring als minister en burgemeester verwachten dat hij distantie in acht kan nemen. Juist als je christen bent, kan dat nu een pre zijn.”
Kunt u zich voorstellen dat slachtoffers van het misbruik geen vertrouwen hebben in de eigen kerkelijke rechtsgang?
„Dat kan ik zeker begrijpen. Ik vind dat de kerk op een aantal fronten onhandig opereert. Ik las in de pers dat een hulpbisschop zei dat je oude priesters niet meer moet gaan vervolgen. Dan denk ik: De kerk is de laatste die moet roepen: Ze zijn hoogbejaard, sluit ze maar uit van vervolging.”
Dezer dagen komen nieuwe voorstellen op tafel, zoals een parlementaire enquête of een ‘waarheidscommissie’. Zijn dit levensvatbare ideeën?
„Ik vind deze voorstellen véél te voorbarig. Laat de commissie-Deetman nou eerst maar eens een rapport opstellen. Ik zie niets in een parlementaire enquête, wat trouwens ook niet kan, omdat zo’n enquête overheidsoptreden onderzoekt. Ook een door de overheid gesteunde waarheidscommissie is geen goede gedachte. De kerk moet met zichzelf in het reine komen.”
Volgens advocaat R. Korver kan de kerk op voorhand aangeven dat ze uitspraken van een waarheidscommissie zal erkennen. Deze commissie zou direct bedragen als schadevergoeding kunnen toekennen.
„Ik ben het daar van harte mee oneens. Je kunt niet op voorhand zeggen: schadevergoeding betalen of schuld erkennen. De feiten moeten in een procedure worden bewezen. Elke zaak dient apart bekeken te worden. Laat men eerst het kaf van het koren scheiden. Als er veel evidente gevallen zijn, kun je op termijn een collectieve regeling treffen. Ik ben niet tegen een collectieve regeling, maar deze moet wel zodanig zijn dat de individuele gevallen worden gewaarborgd.”
Hoe kijkt u aan tegen het beroep op verjaring van ‘oude’ gevallen van misbruik?
„In deze discussie wordt het verschil tussen verjaring in een strafproces en een burgerlijk proces onvoldoende onderkend. In een burgerlijk proces moet er een beroep op verjaring worden gedaan. In een strafproces moet het door de rechter dwingend worden toegepast. Als slachtoffers naar de burgerlijke rechter gaan om schadevergoeding te vragen, mag de burgerlijke rechter verjaring niet ambtshalve toepassen. Daar moet eerst een beroep op worden gedaan. Als je kerk wilt zijn in de ware zin van het woord, moet je je niet op voorhand op verjaring beroepen zodra slachtoffers een civiele procedure aanspannen. Verjaring wil zeggen dat de feiten spreken, dat feiten recht worden. In de maatschappij is dat nodig. Maar in de kerk misstaat het, omdat daar de normen moeten prevaleren.”