Het gaat om een verslag uit april 2008 van een gesprek met Marwan Hamadeh, de Libanese minister van Communicatie. „Iran Telecom neemt het land over!”, zo zou Hamadeh aan het begin van het overleg hebben geroepen. Daarmee refereerde hij aan de ontdekking van een netwerk voor snel internet via glasvezelkabels, dat met steun van Iran zou zijn aangelegd door Hezbollah.

Hamadeh noemde het communicatienetwerk, dat heel Libanon afdekt, de laatste stap op weg naar een eigen staat voor Hezbollah. De beweging beschikte immers al over een leger, een tv-station, ziekenhuizen, scholen, sociale diensten en een financieel systeem.

De regering van Libanon was geschokt door het in het geheim aangelegde glasvezelnetwerk van Hezbollah. Bevriende regimes in omliggende landen en regeringen van westerse landen werden direct op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen.

Het Iraanse Fonds voor de Wederopbouw van Libanon, dat werd opgericht na de korte oorlog tussen Hezbollah en Israël in 2006, zou de aanleg van de kabels hebben betaald. Het fonds financierde ook de aanleg van wegen en bruggen en woningbouw.

De politieke situatie in Libanon is al jaren gespannen. Hezbollah levert enkele ministers aan de regering, maar stelt zich tegelijkertijd zeer onafhankelijk op. Onder meer het onderzoek naar de moordaanslag op oud-premier Rafik al-Hariri in 2005, splijt de regering. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het Speciale Tribunaal voor Libanon dat in Leidschendam is gevestigd en dat deels wordt gefinancierd door de Verenigde Naties.

Hezbollah-leider Hassan Nasrallah riep de Libanezen eind oktober op het in zijn ogen partijdige tribunaal te boycotten. Hezbollah vreest aanklachten wegens verdenkingen van betrokkenheid bij de bomaanslag op Hariri, waarbij in totaal 23 mensen de dood vonden.