De overheid wist een einde te maken aan de wilde staking van de luchtverkeersleiders door de alarmtoestand uit te roepen. Door de maatregel gingen de stakers onder militair recht vallen en riskeerden zij een celstraf van zes jaar en verlies van hun baan wegens het weigeren van bevelen.

Het was voor het eerst sinds het einde van de Franco-dictatuur in 1975 dat Madrid besloot de alarmtoestand uit te roepen. Het is de laatste stap voor de afkondiging van de noodtoestand. De alarmtoestand is bedoeld voor noodsituaties, zoals aardbevingen, overstromingen en andere rampen en voor de uitval van belangrijke diensten, zoals in dit geval het luchtverkeer.

Naar schatting zijn zeker 250.000 mensen getroffen door de wilde staking. Meer dan tweeduizend vluchten vielen uit. Op veel luchthavens zijn toeristen gestrand. Ook Nederlandse luchtvaartmaatschappijen hadden last van de staking.

De luchtverkeersleiders bleven vrijdag massaal weg van het werk, uit protest over hun salaris en werkomstandigheden. Doordat er te weinig verkeersleiders waren, werd het Spaanse luchtruim grotendeels afgesloten. De staking kwam op een zeer ongelegen moment: vrijdag begon in Spanje een van de drukste lange weekenden van het jaar. Werkgever AENA noemde de staking „onaanvaardbaar en onverantwoordelijk”. Spanje telt 2300 luchtverkeersleiders.