Advocaat doet aangifte tegen rechercheurs
Advocaat G. Meijers heeft vrijdag bij de hoofdofficier van justitie in Arnhem aangifte gedaan tegen twee rechercheurs die zijn betrokken bij het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede. De rechercheurs zouden meineed hebben gepleegd.
Het tweetal legde in maart een verklaring als getuige af voor het gerechtshof in Arnhem, dat de strafzaken in hoger beroep rond de vuurwerkramp behandelt. Meijers is raadsman van een van de directeuren van het ontplofte vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks.
De verklaringen van de rechercheurs kwamen erop neer dat het politieonderzoek naar de ramp niet zuiver en eerlijk is geweest. Met name André de V., de vermeende brandstichter, zou daarvan de dupe zijn geworden.
De rechercheurs verklaarden ondermeer dat politiemensen hebben lopen ’dollen’ met een sportbroek van De V. Dit kledingstuk was een voornaam bewijsstuk in de zaak.
Aanklager in hoger beroep, advocaat-generaal A. Welschen, deed de verklaringen van de rechercheurs af als „absurde verzinsels”. Volgens Meijers had Welschen, gezien zijn mening, tot vervolging wegens meineed moeten overgaan. In zijn aangifte wijst hij met nadruk op een uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch, waarin staat dat bewijsbare meineed vervolgd móet worden.
De beweringen van de twee dissidente rechercheurs worden tegengesproken door andere politiemensen van het onderzoeksteam, onder andere in een proces-verbaal. Als zou blijken dat het rechercheursduo de waarheid heeft gesproken, dan moet de opsteller van dat stuk worden vervolgd, vindt Meijers.
Het gerechtshof in Arnhem doet maandag uitspraak in de zaken tegen De V. en de twee directeuren van S.E. Fireworks.