„Red-jezelfdenken is compleet doorgeslagen”
ZWOLLE – „Doe mee, hoor ik mensen roepen in een congreszaal vol ernstig zieken. Kom de arbeidsmarkt op. Ik vind dat vreselijk onbarmhartig”, zegt Anne-Miek Vroom. Ze is (bijna) socioloog. Én ze heeft een Wajonguitkering.
De Wajong –regeling voor mensen die op jonge leeftijd (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn verklaard– gaat op de schop. Het kabinet wil de uitkering beperken tot jonggehandicapten die helemaal niet meer voor reguliere arbeid in aanmerking komen.
Punt is dat iemand als Anne-Miek Vroom (29) uit Zwolle vreest tussen wal en schip te raken. Ze kan werken, maar heeft de Wajong nodig als vangnet. Vroom heeft osteogenesis imperfecta, een aangeboren botziekte, waardoor de botten broos zijn en zomaar kunnen breken. Ze is een Wajonger, maar ze is veel meer dan dat, betoogt Vroom. „Ik heb ambities en ik wil meedoen. Helaas heb ik veel pijn, en een enorm lastig lijf.”
Desondanks knokt Vroom voor haar studie. Ze is inmiddels masterstudent sociologie. Maar ze stuit op veel praktische obstakels. Zo kan Vroom niet met het openbaar vervoer reizen. Ze kreeg een bruikleenauto toegewezen via UWV WERKbedrijf – maar wacht daar nu anderhalf jaar op.
In de huidige regeling kan ze zich net redden. Maar als het criterium voor een uitkering verandert naar „100 procent arbeidsongeschikt” wordt haar werkzame leven tamelijk onmogelijk, verwacht Vroom.
Ze is vóór werken. Helemaal. „Ik heb een gereformeerd arbeidsethos, kom uit een gezin waar hard werken normaal is. Ik werd superblij van een wetenschappelijke stage, onlangs. Maar als ik op een congres allemaal mensen zie met een ernstige ziekte, waarachter veel lijden en verdriet schuilt, en vijf sprekers zeggen: Doe mee! Participeer!, dan word ik heel boos. Het red-jezelfprincipe is compleet doorgeslagen.”
Een ander groot probleem is dat regelgevers geen idee hebben van de doelgroep, meent ze. „FNV-voorzitter Agnes Jongerius sprak pas over „de groep mensen die als kind niet werden uitgekozen bij de gymles.” Dat ben ik niet. Ik ben niet „de onderkant van de maatschappij.” Ik ben waardevol, mij geen kansen geven, is volstrekte waardevernietiging.” Haar pleidooi: „Geef mensen met een beperking hulpmiddelen zodát ze kunnen participeren. Neem die niet af.”