Gruwelijke afwijkingen in Fallujah
FALLUJAH – De naam Fallujah roept herinneringen op aan het onverwachts felle verzet waarop het Amerikaanse hier in 2003 stuitte.
Fallujah, een voornamelijk door soennitische moslims bewoonde Iraakse stad ten westen van Bagdad, was in 2003 en 2004 het toneel van een niets en niemand ontziende oorlog tussen soennitische opstandelingen en het Amerikaanse leger. De naam werd het symbool van ongekende wreedheid, geweld en verwoesting.
Anno 2010 heeft de naam Fallujah in medische kringen een nieuwe en beangstigende betekenis gekregen. Jonge vrouwen in Fallujah zien tegenwoordig met angst en beven de geboorte van hun kinderen tegenmoet. Een alarmerend hoog percentage kinderen wordt geboren met de meest gruwelijke afwijkingen.
De artsen op de kraamafdeling van het Fallujah General Hospital verbazen zich nergens meer over. Zij zagen de afgelopen jaren kinderen die ter wereld kwamen zonder hoofd, met twee hoofden of met slechts één oog dat op hun voorhoofd zat. Afgelopen september werden er 170 kinderen in het ziekenhuis geboren. Ter vergelijking: in dezelfde periode werden er in het jaar 2003 nog 530 kinderen geboren. De enorme daling in het aantal geboorten komt door de vele miskramen of andere problemen die zich reeds vóór de geboorte voordoen.
Bevreemdend
Van de 170 kinderen die in september 2010 werden geboren stierf 25 procent binnen zeven dagen. Meer dan 75 procent van deze vroegtijdig overleden kinderen werd geclassificeerd als „lichamelijk zwaar misvormd.” Van de kinderen die wel gezond ter wereld kwamen ontwikkelt een schrikbarend hoog percentage reeds in een vroeg stadium ernstige medische aandoeningen zoals leukemie. Op elke tien baby’s wordt er één geboren met zware hartafwijkingen. De artsen in het ziekenhuis zijn ertoe overgegaan jonge vrouwen het advies te geven van zwangerschap af te zien.
In deze context mag het bevreemdend worden genoemd, dat het Iraakse ministerie van Volksgezondheid er alles aan gelegen is om geen ruchtbaarheid te geven aan deze verhalen. Vooral omdat er ook uit andere Iraakse steden steeds meer berichten komen over lichamelijk zwaar misvormde baby’s en een sterk toegenomen aantal mensen dat aan kanker lijdt.
Sommige Iraakse medici verwijzen in het geval van Fallujah naar de zware chemische industrie. In het tijdperk van voormalig president Saddam Hussein was Fallujah een centrum van chemische industrie dat al zijn afvalstoffen probleemloos in de rivier de Eufraat loosde. De Eufraat is in deze regio feitelijk de enige bron voor de drinkwatervoorziening van de inwoners. Deze theorie verklaart echter niet waarom de golf van met zware lichamelijke afwijkingen geboren kinderen pas na 2004 begon.
Verstrekkende gevolgen
In de stad Fallujah is de kwestie het gesprek van de dag van de bezorgde inwoners. Zij zijn ervan overtuigd dat de misvormingen het direct gevolg zijn van de munitie die het Amerikaanse leger in 2003 en 2004 gebruikte om de opstanden hier de kop in te drukken. Met name het gebruik van verarmd uranium in granaten is zwaar omstreden. Het Britse ministerie van Defensie heeft toegegeven dat de Amerikaanse en de Britse troepen dit verarmd uranium hebben gebruikt in Irak.
Deze erkenning heeft vérstrekkende gevolgen en verbindt de gebeurtenissen in Fallujah direct met de Amerikaanse, Britse maar ook Nederlandse soldaten die in Irak dienst hebben gedaan. In september 2004 publiceerde de krant New York Daily News het hartverscheurende verhaal van Gerald Matthew, die dienst had gedaan in Irak maar naar huis werd gestuurd omdat hij zich ziek voelde. Korte tijd na zijn thuiskomst werd zijn vrouw Janice zwanger en bracht negen maanden later een lichamelijk verminkt kind ter wereld.
Onderzoek wees later uit dat haar echtgenoot Gerald in Irak een ”depleted uranium poisoning” (verarmduraniumvergiftiging) had opgelopen. Soldaten die, zonder het zelf te weten, besmet zijn geraakt met verarmd uranium dragen dit tijdens seksueel contact over op hun vrouwen. Het risico dat er vervolgens lichamelijk misvormde kinderen ter wereld komen is volgens wetenschappers aanzienlijk.