Algerijnse leger helpt bij zoeken vermiste toeristen
Bij de zoektocht naar de 31 vermiste Europese toeristen die al geruime tijd in de woestijnen van Algerije worden vermist, heeft het Algerijnse leger tot nu toe zo’n 5000 militairen ingezet. Zij worden ondersteund door drie vliegtuigen en drie helikopters. Dit berichtte de parlementscommissie voor toerismewoensdag.
De militairen moeten op hun speurtocht naar de gegijzelde reizigers en hun ontvoerders een gebied van zo’n 30.000 vierkante kilometer doorzoeken. Onder de vermiste toeristen bevindt zich ook een 35-jarige Nederlander. De woestijnreizigers verdwenen in februari en maart in het diepe zuiden van het Noord-Afrikaanse land.
Volgens de minister van Binnenlandse Zaken, Zerhouni, is het lot van de vermisten onzeker. In een Algerijnse krant van gisteren zei hij dat niet eens zeker is „of de toeristen zijn ontvoerd of zijn omgekomen.” Zijn opmerkingen zorgen voor verwarring, omdat zijn collega van Toerisme zondag nog repte over onderhandelingen met de ontvoerders.
Volgens de minister opereren er in het gebied veel „smokkelaars”, van wie sommigen banden onderhouden met de Salafistengroep voor Prediking en Strijd (GSPC), een groep islamitische extremisten die banden zou onderhouden met al-Qaida.
In het Algerijnse deel van de Sahara zijn vorige week overigens zes voertuigen, voedsel in blik en kleding gevonden die vermoedelijk toebehoren aan de vermiste toeristen. Dat meldde gisteren de Algerijnse krant Liberté.
Het blad citeerde verder hoe minister van Binnenlandse Zaken Zerhouni dinsdag in een parlementsdebat over de vermiste toeristen zei dat „allen, of ten minste sommigen, nog in leven zijn.” Zerhouni herhaalde eerdere verklaringen dat er niet met ontvoerders over de vrijlating van de westerlingen wordt onderhandeld.
Vorige week zei een hoge Algerijnse bron dat de vijftien Duitsers, tien Oostenrijkers, vier Zwitsers, een Zweed en een Nederlander worden vastgehouden in Illizi, een streek bij de grens met Libië.