Kerk & religie

In de Rechte Straat voor rooms-katholiek en protestant

De boodschap van het Evangelie onder de aandacht brengen van de rooms-katholieke medemens. Dat is de constante factor in het werk van stichting In de Rechte Straat (IRS).

KLaas van der Zwaag
19 November 2010 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 12:35
Ds. Van de Worp (l.) en J. ten Klooster. „Als je niet weet wat je schatten zijn, hoe kun je die dan uitdelen?” Foto RD, Anton Dommerholt
Ds. Van de Worp (l.) en J. ten Klooster. „Als je niet weet wat je schatten zijn, hoe kun je die dan uitdelen?” Foto RD, Anton Dommerholt

Maar ook bewust­wording van de betekenis van de Reformatie in de protestantse kerken is steeds meer een aangelegen punt, zeggen voorzitter ds. C. van de Worp en officemanager J. ten Klooster. Morgen viert de stichting in Putten het vijftigjarig bestaan.

Stichting In de Rechte Straat viel in de begintijd geheel samen met de persoon van oprichter 
ds. H. J. Hegger. „Hij was het boegbeeld van de stichting”, zegt ds. Van de Worp. „Hegger en IRS waren synoniemen. Dat werd meteen ook de moeilijkheid later: hoe verder zonder Hegger?”

Aanvankelijk was de opvang van priesters die uit de Rooms-Katholieke Kerk stapten een belangrijke taak voor IRS. „De omstandigheden voor ex-priesters waren slecht. Ze waren volkomen ontheemd als ze hun kerk hadden verlaten”, zegt ds. Van de Worp. Voor hen stelde ds. Hegger, zelf voormalig priester, zijn pastorie in Kortenhoef beschikbaar. Omdat die daarvoor te klein bleek, werd al in 1962 het karakteristieke heren­pand De Wartburg in Velp voor dit doel geopend. Het gebouw was lange tijd het gezicht van IRS.

Vanaf het begin stonden getuigenis en evangelisatie met het oog op de rooms-katholieke medemens centraal. Ds. Van de Worp: „Hegger had zelf de rijkdom van het Evangelie ontdekt en die wilde hij graag aan anderen doorgeven. Toen de opvang van ex-priesters minder urgent werd, kreeg het getuigende gesprek met Rome meer accent.”

Dat getuigende gesprek had plaats in een situatie waarin de Rooms-Katholieke Kerk gaandeweg veranderde, met name na het tweede Vaticaans concilie (1962-1965). „Het in toenemende mate oecumenische klimaat binnen de kerken leidde ertoe dat het moeilijker werd om onverbloemd voor de kernwaarden van de Refor­matie uit te komen”, zegt Ten Klooster. „Mensen die dat deden, werden al snel als een buiten­beentje gezien.”

De Reformatie heeft door de jaren aan betekenis ingeboet. Ds. Van de Worp: „Ik ben best geschrokken van de toonzetting van de bijdragen aan de opening van Refo500 tijdens de avond­bijeenkomst in Gouda. Het geluid was wel heel divers. Ik dacht: Als dit de betekenis van de Reformatie voor nu is, wat moet het dan wel worden in 2017? Je merkt dat de confrontatie uit de weg wordt gegaan.”

Is de Rooms-Katholieke Kerk niet dichter bij de kerken van de Reformatie gekomen?

Ten Klooster: „De pr van Rome is erop gericht het protestantisme te omarmen en de verschillen weg te poetsen. Dat laatste zie je ook bij de plannen voor een nationale synode. De nadruk ligt op de eenheid, die hard nodig is. Dat kan wel waar zijn, maar voordat je het weet, raakt de inhoud van de Refor­matie op de achtergrond. Omgekeerd kan het ook zomaar waar zijn dat de kerk van de Reformatie dichter bij Rome is gekomen. Maar doen we de Reformatie dan geen geweld aan?”

Is Rome niet veranderd?

Ds. Van de Worp: „Dat is maar de vraag. Uiteindelijk zijn de veroordelingen van het concilie van Trente nooit herroepen. Er is welis­waar een groot deel in de Rooms-Katholieke Kerk dat zich aan de kerk heeft onttrokken, maar er is ook een deel dat juist sterker aan de lijn van Rome vasthoudt. Zo is de biecht op verschillende plaatsen weer ingevoerd. Alleen op het punt van de ethiek hebben Rome en Reformatie elkaar gemakkelijker kunnen vinden.”

Ten Klooster: „Met name op het punt van de eucharistie en de leer van de kerk blijven de verschillen recht overeind. Bij Rome gaat genade altijd vergezeld met de goede werken en is Jezus niet de enige Middelaar. Dat blijkt heel duidelijk uit de nog steeds heersende Mariacultus. De paus riep recent in zijn boodschap voor de 26e Wereldjongerendagen ertoe op tot Maria te bidden en noemde zich daarbij de opvolger van Petrus.”

IRS zoekt het getuigende gesprek met Rome. Is het moeilijk om de roomse medemens zélf te bereiken?

Ten Klooster: „Je probeert altijd ingangen te vinden. We staan bijvoorbeeld op de markt in 
Den Bosch, in een heel rooms-katholieke omgeving. Daar hebben we goede contacten opgebouwd. Verder werkt de IRS in rooms-katholieke landen zoals Spanje en Polen. Onze Spaanse medewerker ds. Rodriguez verzorgt correspondentie met Spaanstalige rooms-katholieken over de gehele wereld. Ik ben onlangs bij hem geweest. Als je ziet dat zijn postbus telkens vol zit met brieven over het geloof en de kerk, merk je dat hij werkelijk in gesprek is met rooms-katholieken. In Nederland is dat contact minder. Hier ligt de nadruk meer op het motiveren en ondersteunen van protestantse kerken om het gesprek met de Rooms-Katholieke Kerk aan te gaan.”

Ds. Van de Worp: „Met alle gevoeligheid van dien. Het is voor IRS belangrijk dat het gesprek met de roomse medemens op een pastorale wijze wordt gevoerd. Als opvolger van ds. Rodriguez zoeken we nadrukkelijk iemand die deze eigenschappen heeft. Het is niet zo moeilijk om een studeerkamergeleerde te vinden die de verschillen tussen Rome en Reformatie uiteenzet. Pastorale gedrevenheid en bewogenheid zijn een belangrijke voorwaarde.”

Ten Klooster: „Het is voor IRS belangrijk geweest om een voormalige priester een prominente plaats in de organisatie te geven. Als zodanig werd de Vlaming Toon Vanhuysse de opvolger van Hegger. Als IRS zijn we geen kerk, maar een stichting die kerken bewust maakt van de roeping om te evangeliseren. We proberen kerken te motiveren om bijvoorbeeld contact te zoeken met Poolse arbeiders in Nederland, al is er vaak sprake van een taalbarrière.”

Wat is de belangrijkste opdracht van IRS na vijftig jaar?

Ten Klooster: „Onveranderd dezelfde, namelijk rooms-katholieken bereiken met het Evangelie van vrije genade. Maar ook om rooms-katholieken heen staan die worstelen met het systeem of de traditie van de Rooms-Katholieke Kerk. Daarnaast is het belangrijk dat we protestantse jongeren bewuster maken van de inhoud van de Reformatie. Je ziet bij hen toch een positieve houding ten aanzien van verschijnselen zoals rooms-katholieke jongerendagen. En bisschop De Korte bijvoorbeeld komt vriendelijk over. Verschillen lijken er niet zo veel meer toe te doen.”

Ds. Van de Worp: „In de reformatorische kerken heeft de leerdienst enorm aan invloed ingeboet. Het wijzen op de rijkdom van de Reformatie is in eigen kring net zo hard nodig als het getuigend gesprek met Rome. Als je niet weet wat je schatten zijn, hoe kun je die dan uitdelen?”

IRS ging soms door heftige crises heen. Is de rust weergekeerd?

Ds. Van de Worp: „De periode van eind jaren negentig hebben we duidelijk achter ons gelaten. Bestuurlijk en organisatorisch was dat een moeilijke tijd, vooral na het vertrek van Hegger en later van Van Dooijeweert. Maar de laatste tien jaar hebben we een vernieuwd bestuur en is IRS onder Gods zegen weer op de kaart gezet. Daarbij willen we vooral het belang van de comités benadrukken. Daar heeft toch altijd het hart van IRS geklopt.”


Ds. Hegger: Hij heeft óns gevonden

Vitaal is hij nog, de 94-jarige ds. H. J. Hegger, oprichter van stichting In de Rechte Straat. Zijn vrouw opent de deur van hun woning in Velp, waar het hoogbejaarde echtpaar nog zelfstandig woont. Ds. Hegger staat al in de gang om de bezoeker welkom te heten. Een lach op zijn gezicht. Kom verder, zegt hij uitnodigend.

De oprichting van In de Rechte Straat ligt hem nog vers in het geheugen. Hij herinnert zich scherp dat hij per schip van Nederland onderweg was naar Brazilië en dat hij de beslissing had genomen om met de Rooms-Katholieke Kerk te breken. „Het ging om een beslissing die voor mij duidelijk was, ik móést het doen. Je moet altijd je overtuiging volgen.”

Zijn boek ”Mijn weg naar het licht” (1957), waarin ds. Hegger verslag doet van zijn uittreding uit de Rooms-Katholieke Kerk, maakte heel wat reacties los. „Daaruit werd de behoefte geboren om een stichting op te richten die gewezen rooms-katholieken zou helpen. We kwamen in de weekenden bij elkaar om ervaringen uit te wisselen. In Nederland waren er bekende protestanten die rooms-katholiek werden en daarvan getuigden in boeken, zoals ”Pelgrim naar de Una Sancta”, en ”De kerk die mij boeide”. Nou, ik schreef: ”Jezus boeit mij””, zegt ds. Hegger lachend.

De Rooms-Katholieke Kerk is bescheidener geworden, en ook ds. Hegger is milder gestemd. Maar dat neemt volgens hem niet weg dat Rome wezenlijk niet is veranderd. „De Rooms-Katholieke Kerk kan moeilijk zeggen dat dogma’s zoals de tenhemelopneming of de onbevlekte ontvangenis van Maria niet meer gelden, want dan heft Rome zichzelf op. Als rooms-katholiek leef je immers bij de dogma’s van de kerk. Veel rooms-katholieken kennen de Schrift niet, het levende spreken van God.”

Wat voor ds. Hegger in zijn leven duidelijker is geworden, is de rijkdom van de boodschap van de Reformatie. „God is zo genadig dat Hij Zijn Zoon heeft gegeven. Alles hangt in het leven af van genade. We willen onszelf zo graag op de borst kloppen. Het is niet zo dat wij God hebben gevonden, nee: Hij heeft óns gevonden. En Hij heeft daarvoor soms lang moeten roepen. Genade is zo wonderlijk. God is heilig, maar tegelijk zo neerbuigend en goed dat Hij met mensen wil omgaan. Veel protestanten beseffen dat niet omdat men eraan gewend is. En veel rooms-katholieken zijn vrijzinnig. Ze geloven nergens meer in. Het werken zit ons in het bloed, het willen presteren. Luther heeft dat op zijn eigen manier ontdekt en wij allen moeten dat elke keer weer ontdekken.”


Op 1 februari 1958 verschijnt het eerste nummer van het blad In de Rechte Straat, bedoeld als contactorgaan voor gewezen rooms-katholieken en evangelisatieblad voor praktiserende rooms-katholieken. De ex-priester H. J. Hegger richt in dat jaar een fonds op voor ex-priesters. Op 5 juli 1960 vindt de formele oprichting van stichting In de Rechte Straat (IRS) plaats.

Op 21 juni 1962 opent IRS de deuren van het monumentale pand De Wartburg in Velp, waar tal van uitgetreden priesters tijdelijk zullen verblijven. Het dient tegelijk als woning voor ds. Hegger en zijn gezin.

In 1966 verschijnt een Engelstalige editie van IRS, ”On the road to Damascus”. Dit blad zal vijftien jaar bestaan. Onder leiding van ds. Hegger ontstaan ook de eerste comités: in Den Haag, Leiden, Gouda en Oud-Beijerland. In 1968 verschijnt het eerste nummer van de Spaanstalige uitgave van IRS, En la Calle Recta.

In 1973 verblijven de uitgetreden Spaanse priester Francisco Rodriquez en zijn verloofde Sara Alba op De Wartburg. IRS heeft inmiddels contacten in India, Brazilië, Guatemala en de Filipijnen. Rodriquez vestigt zich later in Ponferrada (Noord-Spanje). Door zijn bediening ontstaat daar een kleine gemeente, waarmee IRS tot op dit moment contacten onderhoudt.

In 1978 verwelkomt De Wartburg een nieuwe ex-priester, de Vlaming Toon Vanhuysse, die in 1988 voor drie dagen per week in dienst komt van de stichting. Op 1 april 1993 treedt J. van Dooijeweert officieel in dienst en neemt ds. Hegger afscheid van IRS. De zwakke organisatie bij IRS leidt eind 1998 tot een rumoerige periode. Begin 1999 krijgt het kantoor versterking van accountant Jaap Kooij, die gedurende een diaconaal jaar IRS wil ondersteunen. Kooij neemt per 1 augustus 1999 de directietaak over. Op 1 januari 2000 komt er formeel een einde aan de arbeidsovereenkomst tussen IRS en Van Dooijeweert.

In het Belgische Tongeren wordt het kerkgebouw van de gemeente De Stem van de Goede Herder op 7 november 1998 in gebruik genomen, waar Vanhuysse als predikant aan verbonden wordt.

Per 1 oktober 2000 is er een nieuwe evangelist (later officemanager) bij IRS betrokken, in de persoon van Albert van Bragt. De Wartburg wordt verkocht en IRS houdt sindsdien kantoor in Bennekom. Binnen Europa richt IRS onder meer de blik op Polen, het laatste rooms-katholieke bolwerk op het Europese continent. Tomasz Pieczko en Pedro Snoeijer worden benoemd als freelancemedewerkers voor het werk in Polen. In Nederland start IRS in samenwerking met stichting Sjofar evangelisatiewerk in ’s-Hertogenbosch.

In 2009 vertrekt officemanager Albert van Bragt als zendingswerker naar Malawi. Hij wordt opgevolgd door Hans ten Klooster.

IRS kent heeft tien regionale comités. Het kwartaalblad van de stichting wordt gelezen door ruim 10.000 abonnees.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer