Hetze tegen mennonieten Paraguay
Het stond in alle gezaghebbende Europese en Amerikaanse dagbladen te lezen vorige maand: christelijke sekte brandt samen met erfgenamen nazi’s ’s wereld laatste paradijs in Paraguay plat. De bewijslast voor de aantijgingen is echter uiterst dubieus.

Terwijl het behoorlijk goed gaat met de ontbossing in het Amazonewoud, voltrekt zich elders in Zuid-Amerika een waar drama, zo luidde de boodschap in de media. De Chaco, na de Amazone het grootste bosgebied op het continent, wordt in een recordtempo verwoest door ranchers. Voornamelijk om er dieren op te zetten waarvan het vlees naar Europa wordt geëxporteerd, maar ook om er gewassen te telen ten behoeve van biobrandstof.
In de jaren dertig werd het onherbergzame gebied gekoloniseerd door mennonieten, een oorspronkelijk uit Nederland afkomstige doopsgezinde beweging die volgens haar leer streeft naar een geweldloze wereld. Ze moordden in enkel jaren tijd de ongeveer 20.000 indianen uit die op het stuk land woonden, claimden het gebied voor zichzelf en begonnen er te boeren. Ze settelden zich door de jaren heen in negentien verschillende dorpen, bleven ”plautdietsch” praten en richtten landbouwcoöperaties op. De Ayoreo-Totobiegosode, de enige indianenstam buiten de Amazone die nog totaal geïsoleerd leeft, dreigt ook ten prooi te vallen aan de ontbossing.
Eerder dit jaar begonnen mennonieten met bulldozers het beschermde leefgebied van de indianen te verwoesten. Het is de laatste fase in een lang proces om die mensen weg te krijgen: tot 1986 organiseerden de mennonieten heuse mensenjachten in Paraguay. Duizenden Totobiegosode werden zo uit het woud gejaagd om bekeerd te worden. Aldus het verhaal in de kranten.
De inwoners van Filadelfia, de anders zo kalme hoofdstad van de Chaco, zijn woedend over de internationale mediahetze. De bron van al het kwaad blijkt John Vidal te zijn, journalist van het linkse Engelse dagblad The Guardian. Vidal is al decennialang een van de luidruchtigste predikers van de hypothese van de opwarming van de aarde.
Dr. Albrecht Glatzle, een Duitse wetenschapper die al twintig jaar in de Chaco werkt: „Vidal is werkelijk schaamteloos. Hij heeft zich hier uitgegeven als natuurfotograaf, we hebben hem zeer gastvrij ontvangen en vervolgens komt hij met een compleet verzonnen verhaal om zijn waanideeën over het milieu te bevestigen. Zo schrijft hij dat Hitler en Mengele ooit naar de Chaco zijn gevlucht en dat hun volgelingen nu samenwerken met de mennonieten, die ook Duits spreken. Een volstrekt onzinnig verhaal, Vidal heeft de nazi’s er met de haren bijgesleept om de mennonieten in diskrediet te brengen.”
Op internet valt al sinds jaar en dag de theorie te lezen dat Hitler geen zelfmoord pleegde maar met een duikboot naar Argentinië vluchtte en vervolgens naar Paraguay. Daar zou hij verder gegaan zijn met de voltooiing van het Derde Rijk, samen met Auschwitzkamparts Joseph Mengele, bijgenaamd ”de engel des doods”, die eveneens naar Paraguay vluchtte. Geen enkele zichzelf respecterende historicus neemt deze samenzweringstheorie echter serieus.
The Guardian schrijft zeer denigrerend over de mennonieten van Filadelfia: ze zouden zich verrijkt hebben door woeker en ten koste van het milieu. Door de export van het vlees en de stijging van de grondprijzen van 10 naar 200 dollar per hectare heeft de sekte ondertussen naar schatting meer dan een half miljard dollar gespaard, aldus John Vidal. Hij voegt er schamperend aan toe: terwijl ze een paar jaar geleden nog zeer primitief waren, rijden de mennonieten nu rond in enorme pick-uptrucks en doen boodschappen in grote supermarkten. Er zijn zelfs restaurants in de Chaco.
Er zijn inderdaad restaurants in Filadelfia (niet alles wat Vidal opschreef is verzonnen) waar men uitstekend kan eten, vooral de biefstukken in Hotel Florida zijn wijd en zijd vermaard. Eerder dit jaar werd er een hal voor paintball geopend in Filadelfia, en inmiddels zijn er vier plekken waar dvd’s worden verhuurd, die meestal in het Duits zijn nagesynchroniseerd. Duits is de voertaal van de mennonieten, die tevens allemaal Spaans spreken. Er heeft kortom een ontwikkeling plaats onder de jonge mennonieten.
Sinds enige tijd is er een heuse discotheek, de Chaco Club, op een uur rijden van Filadelfia, die vooral mennonitische jongeren trekt. Toch is er voor de jeugd weinig te doen. De meeste jongeren zitten thuis, met de airconditioning op de hoogste stand, te internetten. Zoals Denise, die fan is van de bombastische en melancholieke emotionalmuziek van de Duitse groep Tokyo Hotel. Ze wordt een beetje scheef aangekeken door de 400 andere scholieren, maar verder zijn er geen problemen, zegt Denise. „Het is natuurlijk toch een beetje een boerengat, om te winkelen en leuk uit te gaan moet ik naar Asuncion en dat is toch 500 kilometer verderop.”
Terwijl de meisjes vooral internetten en merkwaardige muziek uit Duitsland downloaden, besteden de jongens van Filadelfia hun vrije tijd aan motoren en auto’s. Iedere zondag wordt er op het circuit van Kleefeld even buiten het stadje geracet, maar pas na de ochtendkerkdienst.
„De zondagsrust”, bromt Gundolf Niebuhr, is ook niet meer wat het geweest is.
Niebuhr is curator van het Jacob Unger Museum in Filadelfia en gemeentearchivaris. De vader van Gundolf was een van de grondleggers van Filadeldia. Hij vluchtte begin jaren dertig uit de Sovjet-Unie, waar de communisten de mennonieten het leven onmogelijk maakten.
Niebuhr: „Het is snel gegaan in Filadelfia, en dat heeft alles te maken met het economische succes. Twintig jaar geleden waren we nog niet eens aangesloten op het normale telefoonnet, nu heeft iedereen internet. Ik zie dat de jongeren steeds minder lezen, als het zo doorgaat is straks Spaans de voertaal en spreekt niemand meer Duits.”
Niebuhr studeerde antropologie en theologie in Amerika en deed missiewerk onder de indianenstammen in de Chaco. Als kind voetbalde hij met de indianen die even buiten Filadelfia woonden. Na zijn afstuderen ging hij met zijn echtgenote Elizabeth lesgeven in de indianennederzettingen Nivaclé en Enlhet, ten zuiden van Filadelfia.
Gundolf Niebuhr: „Het verhaal over de massamoord op een geïsoleerde indianenstam heeft John Vidal van The Guardian volkomen uit zijn duim gezogen. Juist de mennonieten hebben het grootste hulpprogramma voor indianen in Paraguay gefinancierd en uitgevoerd. Inmiddels wonen er in de Chaco meer dan 30.000, terwijl er zestig jaar geleden nog maar een handvol indianen woonde. Ze maken gratis gebruik van onze medische voorzieningen, wij zijn hun belangrijkste werkgever in de Chaco. John Vidal heeft echter geen enkele indiaan naar zijn mening gevraagd.”
Dr. Albrecht Glatzle heeft inmiddels twee brieven gestuurd naar The Guardian in Londen. De hoofdredactie weigerde de brieven te plaatsen, tot woede van de Duitse wetenschapper. „Die denken ook dat niemand zich druk maakt over die onbeduidende ”sekte” in de woestenij van Paraguay. John Vidal is werkelijk op een schandalige manier bezig geweest in Filadelfia. Zo heeft hij Heinrich Dyck, het hoofd van een van onze coöperaties, allerlei woorden in de mond gelegd.”
Tegen The Guardian zou Dyck gezegd hebben: „Onze bedoeling is de Chaco zo veel mogelijk om te vormen tot productief landbouwgebied. God heeft in de Bijbel duidelijk gemaakt dat we het land moeten ontginnen. Dit is gewoon Gods wil. We hebben een tandje hoger geschakeld in de ontbossing omdat we bang zijn dat ze ons in de toekomst beperkingen zullen gaan opleggen.”
Glatzle: „Juist de mennonieten hebben vanuit Bijbels oogpunt enorm veel respect voor de indianen, het milieu, de flora en fauna. Juist dat heeft Dyck gezegd tegen John Vidal, maar die had zijn verhaal al klaar. Hij had eigenlijk nooit naar de Chaco hoeven af te reizen.” Onder druk van de mennonieten heeft de Paraguayaanse regering volgens Glatzle allerlei verregaande milieuwetten doorgevoerd in de Chaco. Zo mogen de boeren in de Chaco maar 50 procent van hun landerijen bewerken en is de andere 50 procent bestemd voor natuurbeheer
„Slechts een derde van de Chaco is in gebruik voor veeteelt”, zegt Glatzle. „Volgens de plannen van de regering zal in de toekomst hoogstens de helft van het oppervlak van de Chaco voor veeteelt bestemd zijn. Er is dus geen woord waar van de sensationele berichtgeving van John Vidal dat een christelijke sekte ’s werelds laatste paradijs platbrandt.”
Alles wijst erop dat het doel de middelen heiligt, wat John Vidal betreft. Eerder schreef hij al alarmerende stukken over het verdwijnen van de gletsjers in Argentinië en het smelten van de eeuwige sneeuw op de toppen van de Andes. Vidals doemscenario van de Chaco sluit perfect aan bij zijn wankele theorieën. Het is een treurige zaak dat uitgerekend de mennonieten de dupe zijn van zijn hetze.