Twee varianten voor verleggen Waalbocht bij Nijmegen
Rijkswaterstaat onderzoekt twee mogelijkheden voor het verleggen van de bocht in de Waal tussen Nijmegen en Lent. Dat blijkt uit de startnotitie voor de milieueffectrapportage (MER), die vanaf donderdag voor belanghebbenden ter inzage ligt.
Het verleggen van de Waalbocht is nodig om in de toekomst extreme hoogwaterpieken in de grote rivieren te kunnen afvoeren. Volgens Rijkswaterstaat en het ministerie van Waterstaat kan dat in de flessenhals van de Waal niet door de dijken nog verder op te hogen. Dat zou een te groot veiligheidsrisico opleveren als er bij een hoge waterstand toch sprake zou zijn van een dijkdoorbraak.
Inwoners van Lent hebben de voorkeur voor het plan Lentse Warande. Dat voorziet in het maximaal afgraven van de uiterwaarden en het uitdiepen van de rivier. Langs de waterkant komt een zogeheten langsdam. Landinwaarts blijft een gebied van 350 vierkante meter gereserveerd als eventueel waterbekken voor het geval de dijk overstroomt.
Het ministerie voelt meer voor het plan Brokx. In dat plan graaft Rijkswaterstaat een nevengeul in de Waalbocht, zodat de rivier zich op die plaats splitst. Bij hoogwater ontstaat dan een Lents eiland, waarop woningbouw mogelijk is. De gemeente Nijmegen, waar Lent bij hoort, is al in principe akkoord gegaan met dat plan. De gemeente krijgt ook 90 miljoen euro van het ministerie om een nieuwe Waalbrug te bouwen, die nodig is als de Waalbocht wordt verlegd. Het is de bedoeling dat de werkzaamheden aan de rivier tussen 2007 en 2015 plaatshebben.