Een van de doden is een 20-jarige man. Zijn stoffelijk overschot werd gevonden bij een Minustah-basis bij de noordelijke stad Cap-Haïtien. Volgens een woordvoerder van Minustah schoot de man op een blauwhelm, die uit noodweer terugschoot. Een andere jongeman stierf bij rellen op de straten van Cap Haïtien zelf.

In Haïti doen geruchten de ronde dat Nepalese VN-militairen de cholerabacterie naar het land zouden hebben gebracht. Een uitbraak van de ziekte heeft de laatste weken aan zeker 917 mensen het leven heeft gekost. De volkerenorganisatie ontkent dat. Ook zijn de Haïtianen boos over de gebrekkige hulpverlening door de regering.

In Cap-Haïtien gingen duizenden mensen de straat op. Na botsingen met blauwhelmen staken zij het politiebureau in brand. In de plaats Hinche in het midden van Haïti betoogden circa vierhonderd mensen voor een gebouw van de Verenigde Naties. De demonstranten bekogelden Nepalese blauwhelmen met stenen.

De cholera-uitbraak treft Haïti hard. De inwoners kampen nog altijd met de gevolgen van een zware aardbeving in januari, waardoor honderdduizenden doden vielen. Veel Haïtianen leven in tentenkampen.

Ondanks de problemen door de cholera willen veel politici dat de voor 28 november geplande presidents- en parlementsverkiezingen gewoon doorgaan. Mirlande Manigats, een favoriet voor het presidentschap, zei dat er zo snel mogelijk een opvolger moet komen voor Rene Préval, het huidige staatshoofd. Veel Haïtianen vinden dat Préval te weinig daadkracht heeft getoond bij de aanpak van de rampen die het Caribische land troffen.

Leslie Voltaire, een andere kandidaat voor het presidentschap, zei dat uitstel van de verkiezingen met enkele maanden geen zin heeft. Hij wees erop dat de problemen door de cholera dan mogelijk nog groter zijn.