Synode PKN buigt zich over belangrijke notities
LUNTEREN – De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), die donderdag en vrijdag bijeenkomt, heeft een volle agenda. In de kerk wordt met spanning uitgezien naar de bespreking van de notitie ”Spreken over God”. Binnen en zeker ook buiten de kerk is er veel aandacht voor de zogenoemde islamnota.
Tijdens de protestantse najaarssynode in Lunteren zullen de 158 synodeleden zich buigen over twee belangrijke synodale rapporten. Morgen is er veel tijd uitgetrokken voor de bespreking van de notitie ”Spreken over God”. De nota die is geschreven door de scriba van de PKN, dr. A. J. Plaisier, wordt wel gezien als het officieuze antwoord van de kerkleiding op het boek ”Geloven in een God die niet bestaat” van ds. K. Hendrikse. De Zeeuwse predikant schrijft daarin dat God niet bestaat maar dat Hij gebeurt.
In de notitie schrijft dr. Plaisier echter dat de Protestantse Kerk belijdt dat God bestaat. In dat verband verwijst hij naar de kerkorde van de PKN, waarin staat dat de kerk, in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst, „de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest”, belijdt. „Belijden is een vorm van verkondigen en daarmee ter sprake brengen. (…) Een kerk die dit niet doet, is geen kerk meer. Ook onze Protestantse Kerk staat of valt hiermee”, aldus het rapport.
In de kerkorde van de PKN staat ook dat de kerk weert wat haar belijden weerspreekt. Volgens de notitie is „wát” het belijden weerspreekt niet hetzelfde als „wíé” het belijden weerspreekt. „De kerk is in het verleden steeds terughoudend geweest als het gaat om personen, maar duidelijk als het gaat om de zaak van het belijden.” Dr. Plaisier lijkt met deze alinea terug te grijpen op de discussie in de classis Zierikzee die, na onderzoek en gesprekken, uiteindelijk besloot toch geen tuchtprocedure te beginnen tegen ds. Hendrikse.
De predikant schreef vorige week een open brief aan de website kerknieuws.nl, waarin hij zei „niet vrolijk” te worden van de nota, die volgens hem veel te klassiek is. Hij noemde de notitie een „catechisatieles uit een glorierijk verleden: u vraagt en wij draaien het oude liedje.” De notitie doet volgens hem ook geen recht aan de meerstemmigheid in de kerk over deze kwestie.
De synode buigt zich vrijdag over de zogenaamde islamnota, die de titel ”Integriteit en respect” heeft meegekregen. Dit rapport, dat een protestantse visie op de islam wil geven, is geschreven door prof. dr. B. J. G. Reitsma, bijzonder hoogleraar kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ook deze nota heeft de afgelopen weken de kritiek gekregen te klassiek te zijn. Zo wordt in de nota geschreven dat christenen en moslims wel naast elkaar kunnen bidden, maar niet mét elkaar. „Het gebed tot de drie-enige God en in de naam van Christus” onderscheidt het gebed van de kerk „wezenlijk van dat van de moskee.” De kerk doet wel voorbede voor moslims, maar kan volgens de nota niet samen met moslims bidden in interreligieuze vieringen.
Wie de islam en het christendom beide als heilswegen bestempelt, vergeet „dat God ten diepste alleen door Christus ten volle wordt gekwalificeerd”, aldus de nota. Uitgangspunt bij de contacten tussen christenen en moslims is dan ook de onopgeefbare belijdenis van de kerk dat Jezus zowel Kurios (Heere) als Verlosser is. Daarmee wijst de nota het zogenaamde pluralisme, dat stelt dat Christus slechts een van de wegen is, tot verlossing, af. „Het pluralistische model doet onvoldoende recht aan de beslissende verschillen tussen de religies en aan de kritische eigenheid van Jezus als Kurios.”
De synode moet vrijdag ook een definitief besluit nemen over de verhuizing van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) naar Amsterdam en Groningen. De vestigingen in Kampen, Utrecht en Leiden worden, volgens het voorliggende plan, opgeheven. Het is de verwachting dat de synode daarmee zal instemmen.