Regeringen kibbelen met EP over zuinigheid
BRUSSEL – De regeringsaanvoerders in de EU hebben afgesproken dat ook de Unie zelf volgend jaar zuinigheid dient te betrachten. Maar in de onderhandelingen hierover met het Europees Parlement zullen ze waarschijnlijk water bij de wijn moeten doen.
Niet meer dan 2,9 procent extra, luidde de boodschap van de presidenten en premiers op hun beraad van eind oktober. Nu de begrotingsdiscipline wordt versterkt, is het essentieel dat de hoogte van de uitgaven vanuit Brussel de ombuigingsinspanningen van de lidstaten reflecteert, zo legden zij vast in hun gezamenlijke conclusies.
De politieke leiders hebben het echter niet alleen voor het zeggen. Het EP beslist, conform de spelregels, mee over het budget van de EU en die instelling koerst aan op een plus in 2011 van ruim 6 procent. Delegaties van de Raad, waarin de 27 landen zijn vertegenwoordigd, en van het Parlement zijn deze week volop in gesprek met elkaar om een oplossing te vinden voor het geschil.
In geld uitgedrukt gaat het om een kloof van 3,5 miljard euro, op een aanvankelijk beoogd totaal van 130 miljard. Landbouwsubsidies en fondsen voor de ontwikkeling van economisch zwakke regio’s vormen de voornaamste posten. Verder wordt er geld besteed aan bijvoorbeeld het stimuleren van onderzoek en innovatie en aan hulp voor arme delen van de wereld.
De Britse premier Cameron eiste op de herfsttop een beperking van de groei van de begroting. Hij slaagde erin voldoende bondgenoten te mobiliseren, onder wie collega Rutte. In een periode dat we nationaal fors de buikriem dienen aan te halen en Brussel aandringt en toezicht uitoefent op het saneren van de overheidshuishouding, kan Europa het zich niet veroorloven zelf royaal te doen, menen de meeste regeringschefs. Rutte mikte op een bevriezing van het plafond, maar dat bleek een onhaalbare missie.
Europarlementariër Van Dalen van de ChristenUnie steunt de opstelling van de Raad. „Zelfs 2,9 procent erbij vind ik onverantwoord”, benadrukt hij. „We moeten gewoon alle afspraken tegen het licht houden en kijken hoe we kunnen bezuinigen. Dat is een normaal debat. Dat vindt momenteel in elk van de hoofdsteden plaats. Alleen in Brussel niet. Onbegrijpelijk.” Volgens zijn informatie gaat het bij het overleg hard tegen hard.
Van Dalen vertolkt binnen het EP een minderheidsstandpunt. Een meerderheid van ongeveer driekwart van de leden denkt er anders over. Hun redenering: het takenpakket van de EU breidt voortdurend uit, dan behoor je wel te zorgen dat daar ook financiële middelen voor beschikbaar komen. Zo voorziet het nieuwe verdrag in de oprichting van een Europese diplomatieke dienst en daar hangt nu eenmaal een prijskaartje aan.
De Poolse christendemocratische afgevaardigde Jedrzejewska, die bij de begrotingsbehandeling in het Parlement als rapporteur optreedt, merkte recent in de richting van de lidstaten op: „Zij moeten begrijpen dat een stop op de begroting betekent dat zij ook een halt moeten toeroepen aan hun ambities. Je kunt niet meer krijgen voor minder.”
Zij acht overigens een compromis mogelijk. Heel simpel: een deal sluiten door met 4,5 procent het midden te kiezen tussen de beide kampen.
Lukt het niet om overeenstemming te bereiken, dan blijft in 2011 een gelijk budget van kracht als in 2010. Dan mag elke maand een bedrag ter grootte van een twaalfde daarvan worden uitgegeven. Alle partijen beseffen echter dat dit geen wenselijke situatie is. De EU zet zichzelf dan te kijk als een verdeelde club. Voorlopig geldt 15 november als deadline bij de onderhandelingen.