Een regeringswoordvoerder in Washington verklaarde echter tegenover de Financial Times dat het regime van Saddam Hussein zich voor de Amerikaans-Britse invasie van Irak van z’n massavernietigingswapens heeft ontdaan. „Het bewind heeft alleen de mensen en de benodigde apparatuur beschikbaar gehouden om deze wapens weer te kunnen produceren als de politieke rust zou zijn weergekeerd”, aldus deze bron. Hij omschreef de betreffende wetenschappers als „nucleaire mujahedeen.”

Hoe langer het duurt voordat er iets gevonden wordt, hoe pijnlijker dat wordt voor Bush, die de invasie van Irak bepleitte omdat de massavernietigingswapens van Saddam Hussein een „directe bedreiging voor Amerika” vormden. Volgens de president is het niet zo eenvoudig om de wapens te vinden, omdat Bagdad dit wapentuig jarenlang voor de VN-wapeninspecteurs heeft verborgen in tunnels, grotten en allerlei industriële complexen.

Minister van Defensie Donald Rumsfeld zei zondag tegenover Fox News Sunday dat het vrijwel onmogelijk is om in een land ter grootte van Californië (groter dan Duitsland - red.) zonder hulp zomaar verboden wapensystemen te vinden. Daarvoor is volgens de bewindman hulp nodig van mensen die aan zulke systemen gewerkt hebben. Dat heeft hij overigens al eerder gezegd, maar dat heeft tot nu toe blijkbaar niets opgeleverd. Daarom benadrukte Rumsfeld nu dat men voor informatie niet de topmedewerkers aan die wapenprogramma’s zoekt, maar het lagere kader.

Rumsfeld erkende dat de Amerikanen tot nu toe nog geen betrouwbare informanten hebben gevonden. „Maar ik ben ervan overtuigd dat wij die vinden en dat wij dan ook de verboden wapens vinden”, aldus de minister. Over het lot van Saddam Hussein zei Rumsfeld niets met zekerheid te weten. „Of hij is dood, of hij verbergt zich ergens. Maar vast staat dat hij zijn landgenoten niet meer kan intimideren en de rest van de wereld niet meer kan bedreigen.”