„Tot dusver hebben we geen bewijs dat er een verband is tussen het UPS-ongeluk en een terroristische aanval. Er is geen bewijs dat er explosieven aan boord zijn”, zei directeur-generaal Saif al-Suwaidi van de VAE-luchtvaartdienst in Dubai. Hij zegt de claim van al-Qaida wel te onderzoeken.

„Het voornaamste bewijs dat we hebben is dat de luchtdruk in het toestel niet veranderde. Ik denk niet dat zoiets mogelijk is bij een explosie, want dan zou er plots een drukverschil zijn”, zei Suwaidi. „Het bewijs toont dat er aan boord een brand was en geen explosie.”

De bemanning had gemeld dat er rook en vuur in de cockpit was. Kort daarop stortte het toestel in Dubai neer. De tweekoppige bemanning kwam om het leven.

Al-Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) had vrijdag gesteld verantwoordelijk te zijn voor het ongeluk, evenals de recente verzending van bompakketjes richting de Verenigde Staten. De groep riep via websites radicale moslims op om ook explosieven te versturen en daarmee vliegtuigen in het Westen te treffen.

AQAP is voornamelijk actief in Jemen en Saudi-Arabië. Een 28-jarige Saudische bommenmaker, Ibrahim Hassan al-Asiri, is een van de hoofdverdachten in de zaak van de bompakketten. Hij is naar verluidt ook de ontwerper van de ‘onderbroekenbom’ waarmee een Nigeriaan vorig jaar op eerste kerstdag een vliegtuig van Amsterdam naar Detroit wilde laten ontploffen. Asiri zou zich in Jemen ophouden. Volgens experts is hij een van de belangrijkste figuren binnen AQAP, een organisatie die volgens schattingen bestaat uit ongeveer twee- tot driehonderd man.