„Mensen durven niet over politiek na te denken”
RANGOON – Phyo Min Thein (41) had goede hoop toen de Birmese junta aankondigde verkiezingen te houden. Hij wilde de politiek in om „een platvorm” te vinden voor zijn ondergrondse politieke activiteiten.
Daarom richtte hij zijn eigen partij op, de Democratische Unie. „Ik geloofde werkelijk dat het om een democratisch proces ging”, zegt de partijvoorzitter met een grimas. Maar toen hij merkte dat het regime alle regels naar zijn hand zette en dat de democratische oppositie geen enkele speelruimte kreeg, stapte hij teleurgesteld uit de partij.
Min Theins huis staat in een lommerrijke buurt in de voormalige hoofdstad RanVagoon. De gordijnen heeft hij voor de zekerheid dichtgetrokken. Hij heeft er geen bezwaar tegen dat het gesprek wordt opgenomen. „Ik ben het beu om bang te zijn”, zegt hij. De angst en paranoia onder de bevolking zijn er voor een deel de oorzaak van dat het land in een politieke impasse verkeerd. „Mensen zijn te bang om zich met politiek te bemoeien. Ze zijn zelfs te angstig om erover na te denken.” Het is een angst die al twintig jaar bestaat. „Politieke betrokkenheid is synoniem met gevangenisstraf”, zegt hij. Dit ondermijnt, volgens hem, alle pogingen om in Birma een daadwerkelijke democratisering te starten.
Phyo Min Thein weet wat er kan gebeuren met mensen die zich uitspreken tegen het regime. Als een van de leiders van de studentenprotesten in 1988 heeft hij het aan den lijve ondervonden. Zestien jaar zat hij opgesloten in gevangenissen in afgelegen streken. Toch blijft Phyo Min Thein optimistisch. Hij wil de weg vrijmaken voor nationale verzoening. Min Thein toont een overeenkomst die hij heeft opgesteld en die is ondertekend door leiders van de politieke oppositie, inclusief de partij van Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi, die de verkiezingen van zondag boycot.
In een theehuis niet ver van Phyo Min Theins huis is de stemming grimmig. Leden van de gehate partij USDA kwamen binnen om pamfletten uit te delen, zegt de eigenaar van het theehuis. Zij sloegen hem over, maar hij riep hen naar zijn tafeltje en vroeg met luide stem: „Wie heeft de monniken gedood?” Zijn opmerking veroorzaakte een schok in het theehuis. „Prompt begonnen gasten de pamfletten te verfrommelen en als vuilnis op de grond te smijten. De USDA-leden namen snel de benen.”
De uitbater van het theehuis grijnst zijn met betelnoot bevlekte tanden bloot als hij eraan terugdenkt. „Iedereen haat hen”, legt hij uit. Het brute optreden van soldaten tegen de monniken in 2007 was inderdaad een keerpunt. Degenen die het regime nog het voordeel van de twijfel wilden geven, zoals zakenmensen en anderen die voor hun inkomsten afhankelijk waren van samenwerking met de militaire machthebbers, verloren hun laatste greintje respect. Het is te verwachten dat de verkiezingsopkomst zondag in de steden niet groot zal zijn en het aantal ongeldig gemaakte stemmen hoog. De eigenaar van het theehuis gaat net als vele anderen naar de stembus om een groot kruis te zetten door de naam van de USDP. Het is een bewuste keuze, zegt de man, want hij wil zijn stem gebruiken om zijn gevoelens te uiten. Vele anderen, zoals Phyo Min Thein, hebben besloten gehoor te geven aan de oproep van Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi tot burgerlijke ongehoorzaamheid en niet naar de stembus te gaan.
Er is ook een groep die daar anders over denkt. De verkiezingen bieden een kans om strategisch tegen de USDP te stemmen, vinden zij. De oppositie kan nooit een meerderheid halen, want 25 procent van de zetels is gereserveerd voor het leger, en de USDP is de enige partij die in alle kiesdistricten kandidaten heeft. In een groot aantal gebieden ondervindt de partij zelfs geen enkele concurrentie. Maar in ieder geval kunnen andere Birmezen ervaring opdoen als parlementariërs en zich voorbereiden op de volgende verkiezingen.
Een van de optimisten is U The Wei, een tanige 78-jarige man. In de korte periode van democratie in de jaren 50 van de vorige eeuw was U Thu Wei persoonlijk assistent van de vicepremier. Hij voelt zich daardoor moreel gedwongen „om iets goeds voor het land te doen.” U The Wei gaat de deuren langs om stemmen te winnen en mensen te vinden die voor zijn Democratische Partij willen monitoren op de verkiezingsdag. Zijn grootste probleem is dat zijn Democratische Partij het, net als de meeste andere partijen, met schaarse middelen moet doen, terwijl de USDP volop steun en medewerking van het regime krijgt.
De militaire geheime dienst volgt de activiteiten van de oppositie nauwlettend. „Als ik in een buurt of dorp aankom, zijn de agenten er al. En mensen zijn dan te bang om met ons te praten”, zegt U Thu Wei. „Zij intimideren de bevolking en ondervragen burgers: „Waarom ben je bevriend met hem? Wil dat je zoon geen promotie maakt of je dochters overgeplaatst worden naar afgelegen gebieden?”” Desondanks blijft U Thu Wei optimistisch. Hij hoopt dat zijn partij genoeg stemmen haalt om aan een een positieve verandering te werken.
Het regime heeft geen onafhankelijke waarnemers toegelaten en het zal dus onmogelijk zijn om an te gaan hoe mensen uiteindelijk hebben gestemd. Feit is echter dat de junta alles op alles zal zetten om zichzelf in het zadel te houden – er is simpelweg te veel te verliezen.
Om die reden doen de militairen er alles aan om Aung San Suu Kyi, zelfs onder huisarrest een geduchte tegenstander, zwart te maken.
Birma zondag naar stembus
De inwoners van Birma kunnen zondag voor het eerst na twintig jaar weer naar de stembus.
Zij kunnen vertegenwoordigers kiezen voor het Lagerhuis en het Hogerhuis. Aan de verkiezingen doen 37 partijen mee, waaronder de USDP, die door de militaire junta is opgezet. Namens heat democratische kamp doen onder meer de NDF mee, een afsplitsing van Aung San Suu Kyi’s NLD, en de Democratische Partij van U Thu Wei.
Van de laatste verkiezingen in 1990 hebben de generaals geleerd dat zij hun politieke toekomst niet van de kiezers moeten laten afhangen. Daarom hebben ze in de nieuwe grondwet vastgelegd dat 25 procent van alle zetels wordt vrijgehouden voor militairen. Verder heeft de militaire top als voorbereiding op zijn nieuwe rol als regeringsleider de uniformen verruild voor grijze burgerkostuums. Ook hebben ze op het laatste moment grote uitverkoop gehouden onder enkele lucratieve staatsbedrijven, zoals benzinestations en hotels.