Dat bevestigde coördinator S. Zimmermann van het netwerk vrijdagmorgen desgevraagd. In de brief stelt het netwerk dat de reisorganisaties „suggereren” dat „plaatsen als Bethlehem, Jericho en de Jordaanvallei tot Israël behoren.” Daarmee doen ze „de Palestijnen ernstig tekort.” Het schrijven meldt dat „de Westelijke Jordaanoever en Gaza, alsmede de Syrische Golanhoogvlakte al 43 jaar bezet zijn door Israël en zijn volgens het internationaal recht geen Israëlisch grondgebied.”

In de brief staat verder: „Wij stellen vast dat u slechts de naam Israël noemt als het land van bestemming, terwijl deze reizen veelal ook bestemmingen in de Palestijnse bezette gebieden aandoen. U zou dat bij deze bestemmingen moeten vermelden.”

Zimmermann is een van de twee linkse activisten die bij de Reclame Code Commissie (RCC) een zaak aanspanden tegen het Israëlisch Nationaal Bureau voor Toerisme. De activisten vinden dat het bureau misleidende informatie verschaft. Zo zijn „bezette Palestijnse en Syrische gebieden getekend als Israëlisch grondgebied.”

Onlangs tikte de RCC het Israëlisch toerismebureau op de vingers. In reclame ontbreekt „essentiële” informatie over de „betwiste gebieden”, met het oog op de veiligheid van reizigers. „Uit de media zal weliswaar bekend zijn dat men in bepaalde gebieden op zijn minst waakzaam zal moeten zijn, de RCC acht het echter voor de gemiddelde consument niet van algemene bekendheid waar de grenzen van de betwiste gebieden (exact) gelegen zijn.”

De Reclame Code Commissie vindt het reclamemateriaal van het Israëlisch Nationaal Bureau voor Toerisme niet „nodeloos kwetsend.” Het toerismebureau gaat in beroep tegen de uitspraak van de Reclame Code Commissie. De uitspraak van de commissie is niet bindend.

Advocaat mr. R. A. Kriek van het Israëlisch Nationaal Bureau voor Toerisme meldde vanmorgen desgevraagd dat ook meerdere christelijke reisorganisaties zijn aangeschreven.