Hof wilde asielzoekers een kans geven
DEN HAAG (ANP) – Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dinsdag de uitzetting van asielzoekers tegengehouden omdat deze mogelijk geen kans hebben gehad beroep aan te tekenen tegen hun uitzetting.
Dat staat in een toelichting die het hof heeft gegeven op de ‘uitzonderlijke’ en ‘buitengewone’ beslissing om in te grijpen.
Minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel heeft de documenten donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd. Eind oktober had het Europese hof laten weten dat elke uitgeprocedeerde asielzoeker die voorlopig beroep zou aantekenen tegen uitzetting, niet meteen het land uit hoeft.
De avond voor de geplande uitzetting van een groep vluchtelingen vernam het hof echter van een advocaat dat deze geen toegang kreeg tot deze mensen. Zij zijn mogelijk niet in staat geweest beroep tegen hun uitzetting aan te tekenen.
Leers werpt tegen dat elke vreemdeling die vastzit, contact kan hebben met een advocaat. Maar een advocaat kan alleen spreken met zijn cliënten, hij heeft geen toegang heeft tot elke vreemdeling. In dit geval is niet van deze regels afgeweken, verzekert de minister.
De Tweede Kamer wil donderdagavond in een spoeddebat van Leers horen waarom hij geen ruchtbaarheid heeft gegeven aan de beslissing van het Europees hof, om elke asielzoeker die terug moet naar Irak een tijdelijke voorziening te geven als deze daar om vraagt. De minister blijft erbij dat hij de brief van het hof waarin dit stond, niet hoefde te verspreiden.
De brief gaat niet over individuele gevallen, bevat geen rechterlijke uitspraak en is niet bindend. Zweden en het Verenigd Koninkrijk hebben eenzelfde brief van het hof gekregen. Deze landen hebben daarna ook groepen asielzoekers teruggestuurd naar Irak.