Eerst ‘schieten’, dan vragen stellen
Italië is zeer actief in de bestrijding van internationaal terrorisme. Maar soms gaan de autoriteiten wat overhaast te werk, zoals blijkt uit het voorbeeld van 28 Pakistaanse straatverkopers.
Anderhalve kilo TNT en ontstekingsmiddelen, stadsplattegronden met omcirkeld het Amerikaanse consulaat en een dagbladfoto van een hoge Britse militair. Dat vond een twintig man sterke politiemacht op 31 januari toen zij rond middernacht een woning in de binnenstad van Napels binnenviel. Alle bewoners, 28 Pakistanen, werden opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij internationaal terrorisme.
Twaalf dagen later kwamen de Pakistanen weer op vrije voeten. De onderzoeksrechter kon hun betrokkenheid onvoldoende aantonen. Of de springstof en de lonten wat te doen hadden met de immigranten kon de rechter niet vaststellen, want de politie was zo onzorgvuldig geweest om geen vingerafdrukken te nemen. Bovendien is de woning vermoedelijk in handen van een maffiaclan, die in dat slecht toegankelijke Napolitaanse stadsdeel de regie in handen heeft. Het is vrijwel ondenkbaar dat de Camorra, zoals de georganiseerde misdaad in Napels heet, niet zou afweten van het bestaan van zo veel springstof in haar ’eigen’ wijk.
De omcirkelde doelen op de plattegronden, onder andere het Amerikaanse consulaat, het gemeentehuis en het vliegveld, hielden verband met het werk van de Pakistaanse immigranten. In Italië houden Pakistaanse immigranten zich in het algemeen namelijk bezig met straatverkoop. De stadsplattegronden zouden de jonge mannen moeten helpen hun stekje te vinden. Ook de krater van de Vesuvius was aangekruist. „Maar we kunnen niet goed inzien hoe de vulkaan een doelwit van een islamitische aanslag zou kunnen zijn”, liet het parket ironisch weten.
Waarom de foto van de Britse admiraal Michael Boyce in een dagblad met een pen was aangestreept is onduidelijk, maar onvoldoende reden om iemand vast te houden. Als de 28 mannen werkelijk terroristen waren geweest, zouden ze de politie niet hebben afgewacht. Die was twee dagen voor hun arrestatie al een kijkje komen nemen in het appartement en had bij die gelegenheid een sleutel van de voordeur laten bijmaken.
Overigens is nog een onderzoek naar elf van de 28 Pakistanen aan de gang. Het blijft voor het openbaar ministerie hoe dan ook vreemd dat de springstof, die gewoon achter de koelkast was verborgen, geen argwaan bij de huurders had opgewekt. „Ze dachten dat het suiker was”, vertelde een politieman. „Als dat niet voldoende zegt over de geloofwaardigheid van die mensen.” De politie is verontwaardigd over de vrijlating, ook al omdat zij niet ten onrechte vindt dat zij een levensgevaarlijke operatie heeft moeten uitvoeren, en nog wel op aandringen van dezelfde onderzoeksrechter.
Zou de springstof zijn geëxplodeerd, dan zou het gehele appartementencomplex zijn ingestort. Eén Pakistaan blijft sowieso in de cel omdat zijn papieren niet in orde zijn en hij een eerder bevel tot uitzetting heeft genegeerd. De Italiaanse immigratiewet voorziet dan in gevangenneming.
Het is niet voor het eerst dat de Italiaanse politie miskleunt. In oktober 2001 werden vijf Afghanen in Rome aangehouden, omdat ze zich verdacht ophielden bij de Amerikaanse ambassade bij de Heilige Stoel. Maar bij gebrek aan harde bewijsstukken werden de vijf mannen vrijgelaten. In maart 2002 pakte de politie drie Koerden in Rome op, die in afgeluisterde telefoongesprekken de woorden ”vergif” en ”cyanide” zouden hebben gebruikt. De desbetreffende Koerdische woorden bleken verkeerd te zijn vertaald.
De Italiaanse autoriteiten nemen kennelijk fouten op de koop toe. Het motto lijkt: ”Eerst schieten, dan vragen stellen”. Maar de angst voor terreuraanslagen is bij de autoriteiten groot. Sinds kort informeert de geheime dienst om de twee weken rechtstreeks het kabinet over de vorderingen in haar strijd tegen het terrorisme.
Het laatste rapport maakt melding van mogelijke terroristische aanvallen met niet-conventionele wapens op Italiaanse doelen in binnen- en buitenland. Italië is niet alleen beducht voor islamitische extremisten, maar ook voor de Italiaanse terreurgroep Rode Brigades, die vorig jaar een hoge regeringsadviseur voor zijn huis doodschoot. Pakistaanse straatverkopers worden vooralsnog niet werkelijk als een bedreiging gezien.