De brand brak zondagavond uit nabij de plaats Pakokku in de regio Magway. De brandweer probeert het vuur met man en macht te doven. De brand brak uit nadat ongeveer tweehonderd dorpelingen olie verzamelden bij een lekke oliepijp. Zij staken een vuurtje aan om wat te kunnen zien, met alle gevolgen van dien.

Myanmar is rijk aan bodemschatten als olie en gas, maar bijna een derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. De junta exploiteert de ruwe materialen voornamelijk voor eigen gewin.

Vrijdag richtte een cycloon verwoestingen aan de westkust van het Zuid-Aziatische land aan. Zeker 29 mensen zijn om het leven gekomen door storm Giri, die inmiddels is afgezwakt tot een tropische depressie. Meerdere dorpen zijn verwoest, berichtten de staatskrant Irrawaddy en bronnen van het Internationale Rode Kruis maandag.

De meeste doden zijn gevallen in de gemeente Myaypone in de deelstaat Rakhine. Gevreesd wordt dat het aantal slachtoffers tot honderd kan oplopen. Volgens lokale inwoners worden tientallen buurtbewoners en vissers nog vermist. Honderden woningen zijn weggeblazen, straten overstroomd en bomen omgewaaid. Zo’n vijfduizend Myanmarezen zijn dakloos geraakt. Het Rode Kruis heeft zakken rijst en tenten naar het gebied gestuurd.

In 2008 werd het land getroffen door de cycloon Nargis. Toen vielen er 130.000 doden. Ongeveer 2,5 miljoen mensen waren getroffen door de verwoestende wervelstorm.