Venlo was ooit een calvinistische stad
In de Limburgse stad Venlo is het calvinisme enige tijd de enige toegestane godsdienst geweest. In de jaren 1581 tot en met 1586 waren alle kerken voor de rooms-katholieke eredienst gesloten.
Het protestantisme heeft in Limburg weinig wortel geschoten. Het algemene beeld is dat de bevolking van deze provincie tot voor kort nagenoeg in zijn geheel rooms-katholiek was, en dat dit altijd zo geweest is. Drs. Jos M. W. C. Schatorjé, directeur van het Limburgs Museum in Venlo, kwam er achter dat zijn stad in de zestiende eeuw een roerige tijd beleefde en dat de calvinisten grote invloed hebben gehad. In het museum herinnert onder andere een gravure aan deze periode.
Schatorjé kwam bij toeval met de Reformatie in aanraking. Terwijl hij bezig was met een onderzoek naar de magistraat van Venlo in het verleden, ontdekte hij dat er in de jaren tussen 1579 en 1586 een compleet nieuw stadsbestuur aantrad. Verder onderzoek wees uit dat in die periode in Venlo (dat in die tijd bij Gelre hoorde) een calvinistische magistraat de lakens uitdeelde die de calvinistische kerk begunstigde en ten slotte als enige toeliet.
Een van de drijvende krachten achter deze omwenteling, constateerde Schatorjé, was de calvinistische predikant Engelbert Faber, de reformator van het Overkwartier van Gelre. Schatorjé raakte zo door hem geboeid dat hij nu bezig is met een promotieonderzoek naar deze kerkhistorische figuur.
Faber, omstreeks 1520 geboren te Gustorf, in de omgeving van Grevenbroich in het (Duitse) hertogdom Gulik, hield op 16 september 1566 buiten de stadspoorten van Venlo een hagenpreek. Onder druk van een groep van 400 gewapende hervormingsgezinden en sympathisanten die zich op de markt voor het stadhuis hadden verzameld, mocht de hagenprediker op 25 september de stad in. Zijn aanhangers maakten zich meester van het vrijwel leegstaande klooster Trans-Cedron, dat ze ontruimden en in bezit namen voor de gereformeerde eredienst. Tijdens de herfst- en wintermaanden gebruikten de gereformeerden deze kerk. Het gebouw werd in de Tweede Wereldoorlog verwoest.
Toen de Spaanse hertog Alva naar de Nederland kwam om orde op zaken te stellen, moest Faber de stad in april 1567 verlaten. Met hem trokken veel hervormingsgezinden weg naar de Duitse landen, om daar vrijheid voor het belijden van hun godsdienst te zoeken. Faber bracht het in de Palts tot superintendent (bisschop).
Na de Pacificatie van Gent in 1576, toen het hele land zich tegen de Spanjaarden leek te keren, kwamen de ballingen terug naar Venlo. De gereformeerden namen Trans-Cedron en de Kruisherenkerk in bezit. Jan van Nassau, de calvinistische stadhouder van Gelderland, besloot in 1579 in Venlo de wet te verzetten. Het hield in dat een magistraat van calvinistische signatuur het rooms-katholieke stadsbestuur verving. Van 1581 tot de verovering van Venlo in 1586 door Alexander Farnese, hertog van Parma, was de gereformeerde godsdienst de enige toegestane religie in Venlo.
Faber keerde in 1579 terug naar de Maasstad, waar hij in 1580 aan de pest stierf. Na de verovering van Venlo door Parma liet bisschop Lindanus van Roermond het graf van Faber leeghalen en het gebeente op een onbekende plaats begraven. Hij gaf ook opdracht om de stenen zerk met het beeldmerk van de predikant tot gruzelementen te slaan.
Wat vindt u, als rooms-katholiek, van het protestantisme?
„Het protestantisme gaat terug op de oudste edities van de Bijbel. Bijbelonderzoek was en is de kracht ervan. Het katholicisme leeft, uiteraard met de Bijbel als bron, meer vanuit de traditie.”
Wat vindt u van Engelbert Faber?
„Faber was een heel vrome man die oprecht geloofde wat hij schreef. Hij heeft hard gewerkt om zijn kerk in moeilijke tijden te helpen. Hij werkte niet mee aan de Beeldenstorm, maar preekte wel in de opgeschoonde kerken. Faber was gedreven, maar tegelijkertijd zachtmoedig en zeker geen theologische scherpslijper, zoals zijn leermeester Petrus Datheen dat wel was. Van Faber kunnen we leren dat liefde tot de kerkelijke gemeenschap en broederliefde belangrijk is.”
Wat heeft het onderzoek naar het calvinistische Venlo met u gedaan?
„Ik ben erdoor verrijkt. Niet alleen kan ik met een zekere deskundigheid over de tijd van toen spreken, ik kan ook met onze deken/pastoor een theologische discussie voeren. Dat was tien jaar geleden ondenkbaar.”
Hoe komt het dat Venlo na de reformatorische periode vrijwel helemaal rooms-katholiek is geworden?
„Dat heeft te maken met de overgang naar het Spaanse kamp in 1586. Er kwam een proces van rekatholisering op gang en de rooms-katholieken kregen alle kansen om het protestantisme teniet te doen. De jaren tussen pakweg 1590 en 1630 zijn cruciaal geweest. In die tijd hinkten velen op twee gedachten wat de religie betreft. De rooms-katholieke kerk had van de gereformeerden goed begrepen dat onderwijs, het verspreiden van lectuur en het registreren van de parochianen van groot belang waren. De herovering van Venlo door Frederik Hendrik in 1632 kwam te laat om de standpunten nog te veranderen.
Overigens is er steeds een kleine protestantse kerk in Venlo blijven bestaan. In het midden van de vorige eeuw heeft de gereformeerde kerk door de vestiging van het bedrijf Océ een nieuwe impuls gekregen. Sinds een jaar of twintig hebben er zich ook evangelische kerkgemeenschappen gevestigd. De protestantse kerken hebben een positieve bijdrage aan Venlo geleverd en doen dat nog steeds.”
Fabers Pelgrimsboek
Engelbert Faber, reformator van het Overkwartier, schreef het pelgrimsboek ”Wegfahrt zu dem neuen Jerusalem, einem christlichem Ritter nützlich zu wissen” (”Reis naar het nieuwe Jeruzalem, nuttig om te weten voor een christelijke ridder”).
Het werk behandelt de weg van een gelovige naar het hemelse Jeruzalem, die onderweg onder meer terechtkomt in de stad Geloof en in de stad Ongeloof. Faber geeft in het werk een beschrijving van satan en keert zich tegen de Rooms-Katholieke Kerk.
Het boek is volgens onderzoeker drs. Jos Schatorjé toegankelijk geschreven, vol volkswijsheden, spreekwoorden en allegorieën.
Jos Schatorjé ontdekte dat er maar twee exemplaren van het boek bestaan. Eén bevindt zich in Regensburg (Duitsland) en één in Straatsburg (Frankrijk). Schatorjé overweegt het boek opnieuw uit te geven en van kanttekeningen te voorzien.